ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 3/4 te worden de schade aan gebouwen en de scha den die wat de landbouwbedrijven betreft, meer in de particuliere sfeer liggen en die, wil men er een naam aangeven, als „huisraad- schade" kunnen worden betiteld. Alvorens de herstelmaatregelen te bespre ken, volgt hier allereerst een overzicht van de hierboven geformuleerde „landbouwschade". 1. De schade aan het productievermogen van de grond. Overstroming met zout water strekt zeer ten nadele van de landbouwproductie en wel om twee redenen. In de eerste plaats wordt de grond minder geschikt voor de cultuur van landbouwgewassen, naarmate het zoutgehalte van het bodemvocht toeneemt. Niet alleen da len de opbrengsten, maar ook de gewassen- keuze wordt in sterke mate beperkt bij een toenemend zoutgehalte. Zo zijn erwten en bo nen en in mindere mate ook aardappelen bui tengewoon gevoelig, terwijl tarwe en bieten meer verdragen kunnen. Bij hoge zoutgehaltes kunnen alleen nog maar gerst en lucerne ver bouwd worden; tenslotte kan het zoutgehalte zo hoog oplopen, dat practisch gesproken geen gewas meer kan worden verbouwd. Fruit- opstanden tenslotte zijn vrij gevoelig voor zou te gronden. In de tweede plaats heeft overstroming met zout water een sterk structuurbedervende in vloed. Om hieromtrent een goed inzicht te ver krijgen is kennis van de landbouwscheikunde noodzakelijk en het zou te ver voeren hierop nader in te gaan. De gevolgen kunnen vooral op zware gronden desastreus zijn. De grond verliest zijn goede structuur, slempt dicht bij regenval, wordt keihard bij droogte en verliest zo de kenmerken van een goede landbouw grond. De ervaringen opgedaan bij Landbouw- herstel na de inundaties van 1944 en het op dit gebied uitgevoerde wetenschappelijk onder zoek hebben geleerd, dat tegen deze kwaal van het structuurverval een wondermiddel bestaat in de vorm van gips. Hoeveelheden gips af hankelijk van de aard van de verzilting en van de zwaarte van de grond variërend van 410 en meer ton per ha kunnen de grond weer hun oude structuur teruggeven. Dit structuurher stel is echter niet een kwestie van korte adem. Bij de ene grond gaat het vlugger dan bij de andere en bovendien spelen de weersomstan digheden hierbij ook een belangrijke rol. Een schatting te maken van de finantiële gevolgen hiervan voor de ondernemers in de landbouw is moeilijk. Om de orde van grootte voor Zee land als geheel aan te geven, bedraagt dit toch zeker enkele millioenen guldens. Naast de directe schade aan de grond is er zeer belangrijke schade aan die werken, zonder welke de uitoefening van het landbouwbedrijf in Zeeland onmogelijk is. Bedoeld worden de dijken, de gemalen, sluizen, polderwateren, sloten en wegen. De schade hieraan toege bracht is zeer aanzienlijk. Deze schade, die aan de waterschappen is toegebracht, ga ik voorbij om me te bepalen tot de schade toegebracht aan de gronden van particulieren. Tengevolge van het door de dijkgaten in- en uitstromende water bij eb en vloed treedt geulvorming op bij de dijkgaten en het uit de gaten afkomstige zand wordt elders in de polder gedeponeerd. Sloten worden gevuld met slib en zand of schuren uit, drainages raken verstopt of wor den ontzet, zodat de afwatering niet meer naar behoren functionneert. Bij het droogvallen kan allerlei op de bouwgrond achter blijven, wat er niet op thuis hoort. De schade op deze wijze toegebracht is sterk afhankelijk van de aard en de duur van de overstroming en de ligging van de gronden t.o.v. de dijkgaten. Bij een korte tijd van overstroming en het verst van de dijkgaten verwijderd zal de schade het geringst zijn, bij langere duur en dichtbij de dijkgaten zal de schade groter zijn. Bij de polders, die een maand na de stormramp zijn drooggeval len valt de schade aan de cultuurgrond nogal mee; het is echter te verwachten, dat voor ge bieden als Schouwen-Duiveland en Kruinin- gen, waar grote dijkgaten zijn ontstaan en die voorlopig nog niet droog zullen komen de schade belangrijk groter zal zijn. Gemiddeld 84

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1953 | | pagina 38