No. 3/4 ZEEUWS TIJDSCHRIFT niet meer te boven en verdween na een lijdens geschiedenis van honderd jaar in de golven. De slag om de dijken, die thans wordt ge leverd met draglines en slibzuigers, werd des tijds gestreden met eenvoudige wapenen als korf en kramspade. Maar sommige détails van de tegenwoordige strijd vertonen nog treffende overeenkomst met de gevechten van vier eeu wen geleden. Of was het geen anachronistisch gebeuren, dat op 1 Februari van dit jaar hon derd mannen te Kolijnsplaat hun schouders tegen de vloedplanken zetten om het water buiten de coupure in de havendijk te houden! De zandzakken en de zeilen, die zoveel goede diensten bewijzen bij de voorlopige dichting, het lijken archaïsche middelen in de aanvang van het atoomtijdperk. Geheel in de geest van onze tijd daarentegen is, dat de waterstaatsdeskundigen vrijwel on middellijk na de Februariramp met stelligheid verklaarden, dat het verloren terrein binnen een jaar heroverd zou zijn en dat niets zou worden prijsgegeven. Terwijl de dijkgaten nog uitschuren spreken wij in alle ernst over de afsluiting der zeearmen; de wetenschap heeft ons zelfverzekerd gemaakt. Stel daar tegen over de worsteling om het behoud van Borssele in 1530: na twee jaar zwoegen waren de dijken daar gedicht, maar het land was nauwelijks droog of de zeeweringen braken opnieuw; dit keer duurde het tachtig jaar eer de „beversing" ter hand genomen werd. Kort na de Sint Felixvloed ontving de kei zerlijke raadsheer Gerart Mulert opdracht een Ctthif fefbmcn otter al fmitrn er.tfulonë ir.cu fouör 0 re uollë ntct ronncn gcfrrtuë. tndriafljnif ucröüiiihcufrooaDaiioiïeu, cü D;C (jupfi ti Uthiüi 11 uclöc tl Diuicu Die menen ucroimrlir oaec innc binten orlj goD mat fraDe id Darr gheitutet ourtonchmaiioniDctutjUfit. Uaerboitmëpemcrooan weetij öerötlet umntfor.Dcr goD en t fl ai niet. f O00bötroommerüjc!riagl;c(örh, tartcniucrlaurnltootjcbum ïnc Öcüc üdtiuitfftngljc ütro unïöafrclartf pecialijnpfcnwcrljgbcuum. rit üic fotithcctcti uan een gfjcfaim eftöatraunncttcmarctwcrijgbeöjrttcn cuöai h wnbcöomcren 10 nopr geruert Dattcr wao gljcfapr mijn uncnöëüijcnc. uau mccröe t' uloci cn wao nopr gcftreul f rHê fouDeo üif lange nfef röncn üfjal?, DaergoDffjngaucbceftgbcfcnt tn ftnt bee flat ftiire tnart co Dijr binen palS DatbcDuniëtocnuant warcrgljcfrljcnr. orlj tnefrijen laecono nper blincuecüicnc cfijactu fonöëtjertclpcben lectfijii wargoö lucl Dë frtjnlüigcn hent milt goöbiDDcnlnrtfccccct Dijn om re uergeuen falgob bcrcct fijn CftolactonoblOOcn öëbrcrocrbecrcn piet tnljemeltnacrDe al Dort lenen, öat lp ümgramfrap nnlua ono hecren. cü onomtfoaet mil uergbenen ijatwi ono Dagen tjebbcnbcOreurn Dat biD tt Drie pccfonë mecnuoiiceft aio ono Dcfctucreltfulücgbcurtï Datmt mocgen romen onüeuucft bioaöcc bt lone bt Ijrpltgljc gtjeeft fit Uit: Een nieu ghedichte vander schade die daer nu is gheschiet van die vloet des waters 1500 ende 30, den vijffsten dach Novembri nu lest leden. Pror. Bibl. v. Zttland 57

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1953 | | pagina 11