ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 5
In dit geval moet men dus de natuur hel
pen en hiervoor wordt nu gips (CaSOé) ge
bruikt dat 20 maal zo sterk in water oplost
als calciumcarbonaat. Onder invloed van de
op deze wijze sterk verhoogde concentratie
van calcium-ionen in de bodemoplossing
wordt de natrium uit het complex verdreven
en herkrijgen de kleideeltjes hun structuur-
opbouwende en -stabiliserende eigenschappen
(fig- 7)-
Het is misschien goed hier nog even te wij
zen op de ook dit voorjaar weer veel ver
breide opvatting, dat gips de nadelige werking
van veel zout in de grond opheft.
Uit het voorgaande zal het wel duidelijk
zijn, dat dit op een misvatting berust. Gips
herstelt alleen de slechte structuur, maar kan
de schadelijke werking van het keukenzout in
de bodemoplossing niet neutraliseren.
Hoezeer de slechte structuur van invloed is
op de opbrengst, kan blijken uit de foto in
fig. 8.
Bij de o ton gips in figuur 7 ziet men in
verhouding een grote hoeveelheid kriel, die
bovendien veel doorwas vertoont.
Ook de relatieve opbrengstcijfers van een
proefveld op Walcheren geven hiervan een
indruk (tabel 2).
In deze tabel vindt men verder een beves
tiging van het feit dat suikerbieten veel min
der gevoelig zijn voor een slechte structuur
dan erwten.
Het principe voor het herstel van de struc
tuur is dus zeer eenvoudig, doch in de prac-
tijk stond men voor verschillende vragen,
waarbij de vaststelling van de te gebruiken
hoeveelheid gips en de wijze van aanwending
van de gips wel de grootste problemen waren.
De hoeveelheid is uit de aard der zaak af
hankelijk van de hoeveelheid natrium, die
moet worden vervangen. Zoals is uiteengezet
is deze natrium gebonden aan de kleideeltjes
(deeltjes kleiner dan 0,002 mm). Naarmate de
grond „zwaarder" wordt, waarmee bedoeld
wordt dat er een hoger percentage klei in zit,
zal uit dien hoofde meer gips nodig zijn. Ver
der is reeds gezegd dat de hoeveelheid natrium
afhankelijk is van het zoutgehalte van het
overstromingswater en de duur van de over
stroming.
Om de benodigde hoeveelheden gips vast te
stellen is na de inundaties in de oorlog een
groot aantal proefvelden aangelegd, waarop
naast elkaar toenemende hoeveelheden gips
werden aangewend.
Op deze velden werden regelmatig struc
tuurwaarnemingen gedaan en de daling van
het natrium van de grond gevolgd. Aan de
hand van deze waarnemingen en de op-
brengstgegevens werd vastgesteld, welke hoe
veelheid gips voor elk van deze velden nodig
was om met niet meer dan onvermijdelijk ri
sico redelijke bedrijfsuitkomsten te krijgen.
Uit deze gegevens kon een verband worden
afgeleid tussen de vastgestelde hoeveelheid
gips en de hoeveelheid natrium in de grond,
welk verband is weergegeven in fig. 9.
De hoeveelheid natrium in de grond kan
in het laboratorium in een grondmonster wor-
Tabel 2
Relatieve opbrengsten op proefveld SM 1 op Walcheren.
Oogst
jaar
Gewas
hoogste opbr.
in kg/ha
100%
gips in tonnen CaSO^ 2aq p ha
0
3.5
7
10.5
1950
1951
Structuurt
s. bieten
sch.erwten
eoordeling
56.500
3.380
90
73
z. slecht
100
77
slecht
97
83
matig
97
100
vr. goed
106