ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 5 de Blauwselfabriek gesticht. Dit bedrijf heeft tot W.O. II geproduceerd. Het heeft echter zoveel oorlogsschade geleden, dat het nog niet is herbouwd. Dit komt bovendien, omdat de Nederlandse en Franse regering er nog steeds niet in geslaagd zijn een oorlogsschade-over eenkomst te sluiten, voor in het andere land gevestigde en getroffen ondernemingen. In beide landen wordt de oorlogsschade (eniger mate) vergoed, dus over het principe is men het eens. In afwachting van een regeling wordt er niets uitgekeerd aan die onderne mingen, waarvan men weet, dat zij met bui tenlands kapitaal werken. Wegens gebrek aan liquide middelen kan dit bedrijf dus niet worden hersteld; het ligt volkomen stil. Verder werd in 1911 te Sluiskil de cokes- fabriek opgericht door een groep Franse staal industrieën, die ieder voor zich te klein was om een eigen cokesvoorziening te gaan bou wen. Daarbij hebben zij doelbewust Sluiskil gekozen, omdat deze plaats het voordeligst was gelegen voor de transporten tussen kolen bekkens en fabriek en tussen fabriek en staal producenten. Hierbij speelde destijds het goed kope Belgische vrachttarief een grote rol. Zo als bekend is, zijn thans de Belgische spoor wegtarieven enorm hoog. Deze fabriek, die momenteel met bijna 400 man werkt, zal in 1954 hersteld zijn van de geleden oorlogsschade. Door financierings moeilijkheden kon men hier ook eerst laat na de oorlog tot herstel overgaan. Zij werkt met een kapitaal van 1 millioen. In 1912 werd in Sas van Gent de zgn. Stijf- selfabriek opgericht, die maizena, glucose, stropen, veevoeders en olie maakt en andere producten uit graan, echter geen stijfsel. Deze industrie wordt gefinancierd door Belgisch en Amerikaans kapitaal en werkt met ongeveer 400 man. Het kapitaal van 3,8 millioen is haast volgestort. Eveneens in 1912 besloot de Glasfabriek tot de bouw van een chemische afdeling op haar eigen terrein en op gedeeltelijk nog aan te kopen gronden. Deze nieuwe fabriek kwam eerst in 1920 in werking en heeft sindsdien vrij regelmatig ge werkt. Na 1947 is zij geheel gemoderniseerd en is thans ook overgegaan tot export van superfosfaat. In deze N.V. werken gezamen lijk ongeveer 500 man, waaronder veel Bel gen. Van het kapitaal van 10 millioen is 7 millioen gestort. Op Nederlands initiatief werd in 1924 de Terneuzense Scheepswerf gesticht. Dit bedrijf breidt zich langzaam maar zeker uit en heeft momenteel zelfs een schip van 3.000 ton op stapel staan. Er wordt gewerkt met 150 a 200 man personeel. Het is jammer dat het haven bedrijf van Tcrneuzen nog geen nieuw leven is ingeblazen, anders zou de werf zeer zeker hebben mede geprofiteerd. De contingenteringsmaatregelen na de ie Wereldoorlog zijn de aanleiding geweest tot de vestiging van enkele bedrijven op textiel- gebied. De belangrijkste hiervan is de fabriek „De Schelde" te Sas van Gent, die in 1922 als filiaal van een Franse onderneming werd op gericht. Het lag voor de hand dat dergelijke buitenlandse bedrijven, die in Nederland een belangrijke markt hadden gevonden, door ves tiging van een filiaal, hun positie in ons land trachtten te handhaven. Het maatschappelijk kapitaal is natuurlijk weinig zeggend voor deze ondernemingen, maar de belangrijkheid blijkt voldoende uit het feit dat op „De Schel de" ongeveer 300 mensen (waaronder veel vrouwen) werken. In 1929 verrees in Sluiskil het Stikstofbin- dingsbedrijf hetwelk de gassen van de cokes ovens verwerkt en dus ook zeer nauw met de Cokesfabriek is verbonden. Deze industrie wordt ook volledig door buitenlands kapitaal gefinancierd. Het ligt voor de hand, dat zij gevestigd werd naast de leverancier van het te verwerken gas. Hierdoor profiteerde zij van de ligging langs het kanaal met goedkope vrachttarieven en tevens van een bestaand ar beidersoverschot rondom Sluiskil. Het bedrijf heeft zeer veel geleden onder de tweede we reldoorlog en het heeft ook hier, evenals bij 110

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1953 | | pagina 14