Een aanwinst voor de kennis van het Zeeuws No. 6 ZEEUWS TIJDSCHRIFT bouwd in de voorbije zomer kreeg men een zakje tarwe. De zakken tarwe werden op de wagen geladen en zo werd in triomf een rond je over het dorp gemaakt met deze „kerstwa gen". De tarwe werd gemalen en hiervan werden speciale kerstbroden gemaakt. Welke dat waren, wordt niet vermeld. Het is niet met zekerheid te zeggen, doch het is lang niet denkbeeldig dat we hier op het spoor zijn van de „Kossewaegens", of de kerstwagens, althans wat de naam betreft. Zo kunnen we op de Kersttafel oude gebaksoorten tegenkomen die een geschiedenis achter zich hebben, „Duuvekaeters", „Weih- nachtsstollen" en „Kossewaegens"ze zijn oud, maar tóch nog vers Het dialect van Schouwen-Duiveland door Dr K. Kooi7nan NDERE tijden, andere ze den. Wij, mensen van deze tijd, verlangen voor onze woonplaats in de eerste plaats een bioscoop en een voetbalvereniging; vier eeu wen geleden streefde men naar het bezit van een Universiteit. Toen de stad Leiden na het verduren van het moor dend beleg de keus kreeg tussen belangrijke belastingfaciliteiten en een Universiteit, koos het de laatste. Na verloop van enige decenniën werden ook elders in Noord-Nederland hoge scholen gesticht en in Zeeland bestonden daar voor plannen te Zierikzee, waar een groot be drag beschikbaar was voor het goede doel. Het moest evenwel bij plannen blijven, want het machtige Middelburg was er maar matig mee ingenomen en ook elders bestond tegen stand, zodat men met een beroep op de be paling dat de Leidse Universiteit voor Hol land en Zeeland was opgericht, Zierikzee kon doen zwichten. We denken onwillekeurig aan die oude band, wanneer we getuigen zijn van de be langstelling, die de Leidse alma mater in de laatste tijd voor de Zeeuwse taal aan de dag legt. In 1951 promoveerde de heer H. C. Landheer op een proefschrift over Klank- en vormleer van het dialect van Overflakkee en onlangs verwierf de heer A. de Vin de doc torstitel met zijn dissertatie „Het dialect van Schouwen-Duiveland". Beider promotor was de bekende dialectoloog Prof. Dr G. G. Kloe ke. Men weet dat de taal van Goeree-Over- flakkee Zeeuws is, zodat de kennis van het Zeeuws door deze twee werken aanzienlijk bevorderd wordt. Jonge Zeeuwen kennen minder Zeeuws dan oude, tal van tekenende woorden en uitdrukkingen verdwijnen en wor den niet meer vervangen tot heil van degenen die de cultuurtaal gaan hanteren, tot schade van het Zeeuwse, d.i. Nederlandse taalbezit. Het is o.a. daarom, dat het hoog tijd is te ver zamelen wat nog te vinden is. Dr Landheer zal nog een Syntams en Vocabularium, Dr de Vin nog Woorden en Uitdrukkingen het licht doen zien. Wanneer nu ook binnenkort met de uitgave van een Zeeuws Woordenboek, waar voor Mej. Dr Ghijsen te Domburg een schat van gegevens heeft verzameld, een begin kan worden gemaakt, zal de Zeeuwse taal voor een belangrijk deel zijn vastgelegd, zodat over een eeuw het gecultiveerde en genivelleerde 147

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1953 | | pagina 25