No. i
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
betreffende de Oostindische Compagnie en
de haringvangst op de Noordzee. De onder
handelingen schijnen succes gehad te hebben,
want op 13 Juli 1619 werden de drie Hol
landers door koning Jacobus I geridderd. De
nieuwe ridder Joachim Liens zal waarschijn
lijk gedacht hebben, dat er voor zijn zwager
Cornelis in Engeland een betere toekomst open
lag dan in Tholen, waar deze ontvanger van
de honderdste penning was. Vermuyden zal
ongetwijfeld deze gelegenheid met vreugde
aangegrepen hebben. Liens heeft vermoedelijk
de koning en de toonaangevende personen aan
het Engelse hof van de antecedenten van deze
veelbelovende waterbouwkundige op de hoog
te gebracht. Als zodanig hadden de Hollan
ders in Engeland een goede naam; zo had b.v.
Joos Croppenburgh voor Jacobus I het Can-
veyeiland in de Theems bedijkt. De door Liens
aan de koning voorgestelde Vermuyden had
blijkbaar op deze een zeer gunstige indruk ge
maakt en daarom werd hem door Z. M. op
gedragen de doorgebroken dijk bij Dagenham
te dichten. De kosten beliepen 3600. De
voor de controle benoemde commissie was
over het werk niet tevreden en weigerde zelfs
aan Vermuyden de hem volgens contract toe
komende 2000 uit te betalen.
Hoe dat ook zij, bij de koning kon de forse
Zeeuw geen kwaad doen. Daarom kreeg deze
de opdracht het koninklijk park om het ka
naal Windsor te bedijken, overigens een werk
van geringere omvang. Het resultaat voldeed
aan de verwachtingen des konings, die alweer
andere plannen had. Hij droeg Vermuyden op,
een project uit te werken voor de droogleg
ging van een groot moerasgebied (fens) in de
graafschappen Northampton, Lincoln en
Cambridge. Dit stuitte echter op zoveel tegen
stand bij de bewoners dezer streek, dat de
koning van het plan afzag. Maar Z. M. be
loofde zich nu eenmaal gouden bergen van
de droogmaking van moerassen en zijn aan
dacht viel thans op een gebied in het zuidelijk
deel van York en het noordwestelijk deel van
Lincoln. Het heette Hatfield Chase (jacht-
Sir Cornelius Vermuyden
Portret van Micbiel van Miereveld (1367-1641)
veld en Isle of Axbolme en werd doorsneden
door drie riviertjes. Het geheel behoorde aan
de kroon, maar de bewoners, die op enige
hogere terreinen een sober bestaan leidden,
gebruikten de bossen en wateren op eigen ge
zag en jaagden en visten naar hartelust, daar
een toezicht vanwege de koning hier nauwe
lijks mogelijk was. Deze zou de verwezenlij
king van zijn plannen niet meer zien, hij stierf
op 6 April 1625. Gelukkig voor Vermuyden
was zijn zoon en opvolger, Karei I, even en
thousiast voor de drooglegging als zijn vader,
ofschoon een in 1622 ingestelde commissie de
hele zaak voor ongewenst verklaard had.
Maar de wil van de koning zegevierde ook nu
weer. 29 Mei 1626 werd het contract gete
kend, waarbij tot uitvoering van dit werk be
sloten werd, Vermuyden zou 1ls van het
drooggelegde land krijgen en de heerlijkheid
van East-Greenwich. Reeds eerder, in Juli
1625, had Vermuyden, voor zijn prestaties,
9