ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. i
van de koning zekere gronden bij Dagenham
ontvangen. Al geruime tijd voor de onderteke
ning van het zo belangrijke contract over Hat
field Chase, was Vermuyden van mening, dat
zijn maatschappelijke positie hem veroorloof
de te trouwen. Het huwelijk vond plaats op
16 November 1623 te Rotherhithe aan de
Theems; de bruid was Katharina Lapps, doch
ter van een koopman te Londen.
Op dezelfde dag en in dezelfde kerk trouw
de Katharina's zuster Anna met een andere
Hollander, Jacob Struys, die ook bij de droog
legging geïnteresseerd was. Typerend voor de
energie van Vermuyden is het feit, dat op de
zelfde dag, dat het HartfieldChasecontract
getekend werd, de Raad van State hem een
pas verleende om met zijn gezin naar „de Lage
Landen" te reizen. Blijkens die pas bestond
zijn gezin toen uit de hoofdpersoon, zijn
vrouw, twee kinderen, twee mannelijke en
twee vrouwelijke bedienden. Een bewijs voor
de royale leefwijze, die hij zich permitteerde.
Het doel van de reis naar Holland is duide
lijk. Door zijn enthousiaste verhalen wilde hij
Hollandse kapitalisten interesseren voor de
Hatfield-onderneming. Dat dit hem gelukte,
bewijzen de namen Valckenburgh, Jacob en
Leonard Cats, Vernatti, Van Buren, Cruys-
penninck, Jacob Struys e.a. die op de lijst der
ondernemers voorkomen.
Energiek pakte Vermuyden de zaak aan.
Om te beginnen ging hij midden in de droog
te leggen streek wonen op het eiland Sandtoft.
Van daar uit kon hij toezicht houden op de
omvangrijke werkzaamheden. Tweehonderd
Zeeuwen vormden er weldra een gemeenschap,
waarvoor zelfs een Ned. Hervormde kerk ge
bouwd werd. Met de drooglegging scheen alles
eerst naar wens te gaan, reeds in 1627 heette
het, dat de moerassen zo goed als droog waren
en men begon met het bezaaien op de Zeeuwse
wijze, d.w.z. met koolzaad. Hoewel de verka
veling, het graven der sloten en de verdere
inwendige werkzaamheden pas in 1632 gereed
kwamen, werd over 1627 en 1628 reeds zo
veel verdiend, dat de koning bijzonder met de
uitkomsten ingenomen was. Deze betuigde
zijn erkentelijkheid op verschillende manieren.
Vermuyden ontving op 13 Juni 1628 2600
acres (1 acre 0.4046 ha) ondergelopen land
in Misson Notts. De ene dienst is de andere
waard en een maand later verschafte Vermuy
den de koning een lening van 10.000 met
als onderpand verscheidene heerlijkheden.
Maar op 6 Januari 1629 werd het hoogtepunt
van Vermuydens glorie bereikt. Op die datum
werd hij in de adelstand verheven met de titel
van Sir. Het lijkt alles prachtig; de droogleg
ging had Vermuyden geen windeieren gelegd.
Dat blijkt al uit zijn lening van 10.000 aan
de koning; nog beter dunk krijgt men van zijn
financiële omstandigheden, als men leest, dat
hij in 1639 van de koning kocht 4000 acres
land in Sedgmoor in Somerset voor 12.000
en Malvern Chase in Worcestershire voor
5.000. Een eigenaardig licht op Vermuy
dens karakter werp: een proces, dat hij in Fe
bruari 1636 voerde, één van de zeer vele,
want als echt kind van zijn tijd had hij een
ware hartstocht voor processen. Uit die pro
cesstukken van 1636 blijkt dan, dat Vermuy
den in 1630 een belangrijke som schuldig was
aan zijn landsman Jacob Droogbroot te Mid
delburg en dat een zekere John Lamotte in
opdracht had, beslag te laten leggen op de be
zittingen van de debiteur. Toen de ambtena
ren daartoe wilden overgaan, kregen zij een
document te zien, waarop zij lazen dat Ver
muyden zijn hele bezit had overgedaan aan
zijn schoonmoeder voor 400! Een handel
wijze, die toch zeker de nieuwbakken ridder
onwaardig was. We zagen overigens dat deze
alle reden had over de financiële resultaten
van de onderneming tevreden te zijn, d.w.z.
voor hem persoonlijk. De participanten, voor
verreweg het grootste gedeelte Hollanders,
hadden daar minder reden voor. Het is een
lijdensgeschiedenis, die in 't kort moet ver
teld worden. Van eerst af aan was er over
de drooglegging van Hatfield Chase ontevre
denheid en zelfs fel verzet er tegen van de zij
de der Commoners. Dat waren bezitters van
10