Zeeland in de mist
No. i
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
IND October 1953 lag ik op
een morgen tegen 5 uur
wakker. In de nog nachte-
lijke stilte was in alle som-
ïrj^ \,*r berheid in de verte op de
SSeSSScS Schelde de misthoorn goed
hoorbaar. Deze Zeeuwse toon voerde nu mijn
gedachten onwillekeurig naar Ouwerkerk.
Hoe zou dat geploeter daar over een week
aflopen? Moge deze enorme worsteling, zo
langdurig in taaie volharding gestreden, met
succes bekroond worden, opdat door de slui
ting van dit laatste stroomgat de Zeeuwen
ook daar weer een begin kunnen maken met
achter hun dijken te leven. Wat is er al niet
in talloze variaties op ontroerende en respect
afdwingende wijze geholpen.
Zo was er ook in het Middelburgse Kunst
museum de helpende hand van de Ned. Fede
ratie van Beeldende Kunstenaars de
Zeeuwse schilders hielpen reeds in Maart j.l.
aangevuld met menige schenking van bui
tenlandse meesters van wereldnaam, als een
George Raoul, Chagall, Villon, etc. Honderd
twintig werken (10% van de totaal 1200)
gaven in 3 zalen op instructieve wijze een
beeld van de ontwikkeling der schilderkunst
van de laatste 80 jaar. Voor menig lotenkoper
Vervolg van blz. 16
Met deze aantekeningen, die op een familie
kroniek gaan lijken, willen wij besluiten. Het
raadsel, dat het opschrift van het woonhuis
op de Kettingshoeve iedere bezoeker opgeeft,
is daarmee opgelost. Het is een herinnering
aan een voornaam geslacht, waarvan sommige
leden in Tholen en daarbuiten in de zeven
tiende eeuw een grote rol speelden.
II y a dans l'avenir un art, et il doit être si beau,
et si jeune, tjue
Vincent van Gogh
lag hier de kans om zo'n kunstwerk in bezit
te krijgen. Er zijn n.l. 200.000 loten a f 1,
op 1200 prijzen. De Ned. Fed. wil 2 ton aan
het Rampenfonds afdragen. Twaalfhonderd
werken spontaan voor de verloting afgestaan
door schilders, beeldhouwers en kunstnijveren.
Zich toch wel leden voelend van onze sa
menleving, gaven zij van hun ideële rijkdom,
vaak echter van hun materieel minder gun
stige welstand. Het spectaculair karakter van
dit gebaar gaf voor velen nog wat te beleven,
te zien en te genieten. Voor Zeeland was dit
tamelijk overzichtelijk exposé van Neerlands
schilderkunst een niet alledaagse gebeurtenis.
Voor het Rampenfonds opgezet, zou in „de
Ouwerkerkse" periode het bezoek wel groot
worden. Men kan toch niet allemaal aan de
dijken werkenNiets van dit alles. De
relatie tussen deze merkwaardige tentoonstel
ling en de dichting van het laatste stroomgat
was ver te zoeken. De geringe belangstelling
voor deze expositie moet niet alleen gezocht
worden in een afwezige uitgebreide persvoor
bereiding. Misschien ten dele, allicht zou men
met het volume van een „Maandagochtend
voetbalpagina" een stuk verder gekomen zijn.
Neen, de oorzaak ligt dieper.
Het verlangen schilderijen te „zien", ze aan
te voelen, er in rustige beschouwing „mede
speler" in te worden, genietend, dat ontbrak.
De spelregels hiervoor zijn heel wat minder
bekend dan voor voetbal. Trouwens, de mees
te mensen hebben in hun jeugd wel eens ach
ter een lap leer gelopen. Hoevelen echter zijn
in hun jeugd gespeend gebleven van ook maar
enig primair inzicht in de „spelregels" in hun
eindeloze variaties van de Beeldende Kunst?
Nimmer ondergingen zij de merkwaardige
19