Het Zeeuwse Landjuweel No. i ZEEUWS TIJDSCHRIFT Een zeer loffelijk initiatief Het oude Landjuweel. N de latere Middeleeuwen organiseerden de invloed rijke Rederijkerskamers met barokke pracht flonkerende feesten, waarbij de zich ontwikkelende burgerij zich gelden deed op het terrein van de schone „conste der rhetorijce". Deze festijnen droegen de weidse naam van landjuweel, afgeleid van het Franse joiel spel. Later werd het woord volksetymologisch in verband gebracht met de uitgeloofde prijzen, een zilveren kop, een schenkkan, een drinkhoorn, rijk en sierlijk gedreven, kostbaar als „juwelen". Een landjuweel werd uitgeschreven door een bepaalde kamer, die haar bode uitzond met een „chaerte", die, meestal op rijm, de opgaven bevatte, die in referein of zinnespel moesten verwerkt worden. Uit de vijftiende eeuw zijn er nog 64 van dergelijke festijnen bekend, uit de zestiende bijna honderd! De wedstrijden begonnen met een glanzende optocht van alle deelnemende kamers door de stad, naar de markt. De volgende dag had dan gewoonlijk een plechtige kerkgang plaats. De hoofdschotel vormden de spelen, die door de factors der kamers vervaardigd werden naar een bepaalde „sin" en daarom zinnespelen genoemd werden. Ze werden opgevoerd op een toneel, dat op de markt opgetimmerd was. Meestal volgde daarna een esbattement wedstrijd, (esbattement toneelspel, blijspel) en een refreinenwedstrijd. Het aantal prijzen werd stilaan uitgebreid en zelfs uitgestrekt over terreinen, die met kunst niets meer te maken hadden: voor de verstkomende kamer, de „ghenouchlicsten sot", de mooiste bla zoenen. De landjuwelen groeiden tot volledige stads feesten, waaraan de ganse bevolking mee deed en wijd uit het land kwamen de nieuws gierigen om optochten en spelen gade te slaan. Als we lezen hoe in de optocht van het Landjuweel van 1561 te Antwerpen, 1426 rederijkers te paard meetrokken, gedost in rijke kledij, hoe meer dan 200 praalwagens allerlei zinnebeeldige voorstellingen rond- voerden, dan krijgen we enig idee van de pralende luister, waarmee dergelijke feesten omhangen werden. De kosten van dit Landjuweel bedroegen j 100.000,een fabelachtig bedrag voor die tijd! De meeste van deze festijnen treffen we aan in de Zuidelijke Nederlanden. In de vijftiende en zestiende eeuw zijn er slechts tien in Noord-Nederland bekend. Typisch is, dat van deze tien er vijf in Zeeland gehouden werden (Sluis, Goes, Hulst, Reimerswaal) drie in Noord-Brabant en twee in Zuid-Holland. Een bewijs te meer voor de Vlaamse inslag in de Zeeuwse cultuur. Trouwens Zeeland telde nogal wat Rederijkerskamers. We noe men zo voor de vuist: het Bloemken Jesse, te Middelburg, De Nardusbloem te Goes, de Hulstbloem en de Transfiguratie te Hulst, de Distelbloem te Sluis, de Vier Melcteelen te Axel, de blauwe Acoleye te Vlissingen, St. Anna's Kinderen te Veere, De drie Koren bloemen te Reimerswaal, De Zonnebloem te Arnemuiden. Een gelukkig initiatief. Het is daarom juist een gelukkige gedachte 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1954 | | pagina 25