Domburg en de dans
No. i
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
Alles samen is het toch wel een zeer prettig
en vruchtbaar pogen. Een bewijs dat het de
provincie ernst is met haar culturele bemoei
ingen. Jammer, dat de financiën nog altijd erg
beperkt zijn voor dergelijk werk, maar ook
hier kan misschien door medewerking van
andere instanties nog meer bereikt worden,
want het Landjuweel zal ook geldprijzen be
schikbaar stellen. Voor de meeste toneelver
enigingen een zeer welkome geste, want bijna
alle een paar zeer gunstige uitzonderingen
daargelaten bezitten veel meer moed en
idealisme dan een behoorlijk voorziene kas!
Laboremus!
Er is nog zoveel te doen. En er is wat
gaande! Laat ons van deze gevoelige periode
in de ontwikkeling van ons amateurtoneel
profiteren. De schijnwerpers van de overheid
staan gericht op het amateurtoneel. Het doek
wordt gehaald, in dorpen en steden.
Alle hens aan dek!
Drs LOUIS LOCKEFEER
OMBURG is een aardig
dorp. Om allerlei bekende
redenen. Maar zeker niet
minder nog om een reden,
die misschien niet zo dade
lijk opvalt en die toch
deugd doet aan het menselijk hart: om het
feit, dat het helemaal niet klopt met de theo
rie. Met de theorie, die we tegenwoordig in
allerlei schrifturen op sociaal gebied ontmoe
ten en die ons verkondigt, dat de oude levens
gemeenschap uiteenvalt op onze dorpen. Des
integratie is het wachtwoord en overal kan
men ze vernemen, de jeremiades over de te
genwoordige jeugd, die zo slap van knieën
en zo leeg van geest zou zijn, dat er geen
hoop meer op te bouwen is. Bios, jazz en
radio hebben het allemaal gedaan en strak
jes met de televisie gaat het nog erger worden.
Het is een zwart tafereel en het heeft onge
twijfeld zijn gronden. Maar het is in de mode,
dit cultuurpessimisme, en men moet oppassen,
er niet al te zeer van onder den indruk te
raken. In ieder geval is het dan zo prettig, als
deze theorie in een doodgewoon dorp als
Domburg, dat zomaar nuchterweg en hele
maal niet speciaal afgeschermd tegen de boze
invloeden van deze tijd voortleeft, nu eens
totaal niet uitkomt. Omdat het leven immers
sterker is dan de leer. Van een gebrek
aan interesse, aan houding, aan activiteit in
allerlei opzicht bij de dorpsjongeren blijkt
hier geen spoor. De Domburgse jeugd loopt
volstrekt niet met de ziel onder den arm. Ze
danst. En ze doet het nog mooi ook!
Natuurlijk is dit lichtelijk gegeneraliseerd.
Er zou veel meer te vertellen zijn van deze al
lerminst uiteenbrokkelende dorpsgemeenschap;
de Domburgse dansgroep vormt slechts één
facet. Maar het is er een, die wel eens speciaal
genoemd mag worden. Het mag wel een
keer gezegd en geweten worden, dat hier iets
springlevends van-deze-tijd aan de gang is,
dat sympathie en respect en verbreiding ver
dient en dat zo ten enenmale de hierboven ge
signaleerde beschuldigingen aan het adres van
de jongeren weerspreekt. Het begon maar heel
huiselijk en toevallig, enige jaren terug, door
de Haak-in-actie. Men wilde óók wat doen
en toen bleek het, dat Domburg een dansle
rares van rijke ervaring en eruditie herbergde,
van wier talenten men tot dusverre niet had
geprofiteerd: Mevrouw G. M. SoesmanHuf-
fenreuter, die hier uit Indië, met haar familie,
min of meer was „aangespoeld". Altijd zijn er
mensen in Nederland aangespoeld en altijd
25