Guys-tentoonstelling te Vlis sin gen ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. i Het jaar 1954 belooft voor Vlissingen twee belangrijke gebeurtenissen op cultureel gebied te brengen: een tentoonstelling van werken van Constantin Guys en een herdenking van de schrijfsters Betje Wolff en Aagje Deken, die in 1804 (kort na elkaar) zijn overleden. De berichten, die men hierover reeds uit de pers heeft kunnen vernemen moesten uiter aard beknopt zijn. Het is hier echter wel de plaats, meer in bijzonderheden te treden en een uitvoeriger toelichting te geven op de plannen, met name betreffende de Guys-ten toonstelling. Aan Constantin Guys werd in het Mei nummer 1952 van dit tijdschrift reeds een ar tikel gewijd. Volstaan mag dus worden met op te merken, dat Guys op 3 December 1802 te Vlissingen werd geboren, als zoon van de chef-commissaris van de Franse marine, op Collectie M. M. Cailleux, Parijs volwassen leeftijd gekomen o.m. in Engeland, de Krim, Turkije, Spanje en vooral Frankrijk vele aquarellen vervaardigde en in 1892 te Parijs overleed. Afgezien van de tekeningen, die hij in de Krim als „oorlogscorrespondent" van de „Illustrated London News" maakte, waren zijn onderwerpen vooral ontleend aan het Parijse leven tijdens het tweede Keizerrijk: de beau monde, de équipages, dandy's, vrou wen en (lichte) meisjes. Baudelaire was met hem bevriend en wijdde een uitvoerige studie aan zijn werk. Reeds in 1952 is door het ge meentebestuur van Vlissingen de mogelijkheid onderzocht een tentoonstelling aan Guys ge wijd, in zijn geboortestad te houden. De moeilijkheden, waarop men toen stuitte, wa ren echter te groot om het mogelijk te maken op deze wijze en op dat tijdstip de geboorte van Guys te herdenken. In de loop van dat jaar echter namen de plannen vaster vorm aan en men mocht aannemen, dat het moge lijk zou zijn althans in 1953 een tentoonstel ling van bescheiden opzet (er werd gedacht aan een veertigtal werken) te houden. De ge volgen van de watersnood echter en met name de daaruit voortvloeiende gebrekkige verbin dingen, noodzaakten het gemeentebestuur, de tentoonstelling opnieuw een jaar uit te stellen. Men heeft echter de langere tijd van voorbe reiding, waarover men nu noodgedwongen de beschikking kreeg, niet ongebruikt laten voor bijgaan. Reeds bestaande contacten werden verstevigd en nieuwe gelegd. Van veel belang was, dat men er in slaagde, de tentoonstelling te plaatsen onder de bescherming van het FransNederlands Cultureel Accoord. Het zou te ver voeren, en het kan ook niet de be doeling zijn, op deze plaats een verslag te ge ven van het vele en omvangrijke voorberei dende werk, dat reeds is verricht, zowel hier te lande als in Frankrijk. Belangwekkender is het, daarvan de resultaten te vernemen. Men 28

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1954 | | pagina 30