ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. i
Kijkje in Oud-Oostburg achter het Koor van de
vroegere N.H. Kerk.
Foto Panorama
gulden. Zó luidde nu eenmaal de toegepaste
vergoedingsformule, die echter aan de andere
kant soms ook onbillijk uitviel.
Bij de verkaveling werd zoveel mogelijk
rekening gehouden met de wensen van de ont
eigenden of herbouwplichtigen, door hen een
plaats toe te wijzen, overeenkomende met de
vroeger door hen bezette. Hier gold het
principe „grond voor grond"; ontstond er
echter klimaatsverbetering, kreeg men een
beter gelegen perceel, dan men vroeger had,
dan moest er per vierkante meter uiteraard
bijbetaald worden. Evenals de onteigenings-
prijzen voor de grond werden vastgesteld,
vond dit ook plaats voor de toewijzings- of
uitgifte-prijzen, die uiteraard aan de goed
keuring van het Ministerie van Wederopbouw
en Volkshuisvesting onderhevig waren, omdat
de uitvoering van het herbouwplan en ook de
herbouw zelve, althans ten dele, gefinanciëerd
wordt door het Rijk.
Niet altijd was het even gemakkelijk om
met de betrokkenen overeenstemming te ver
krijgen over de nieuwe, toe te wijzen plaats
voor herbouw, omdat sommigen vasthielden
aan het eigen, vroegere plekje, ook al was
dit, door een geheel gewijzigde situatie, vol
komen onmogelijk. Ook kwam het voor, dat
iemand, die aanvankelijk accoord ging met
de hem toegewezen plaats, hier later op terug
kwam, omdat hij gemeend had, dat deze gans
ergens anders lag. Dit is wel te begrijpen. Het
is voor een leek niet eenvoudig zich op een
geheel veranderde kaart te oriënteren. Thans
mag toch wel gezegd worden, dat iedereen,
misschien een enkele uitzondering daargelaten,
tevreden is met de hem toegewezen plaats.
Eén ding heb ik wel eens jammer gevonden,
en wel, dat er in een wat geforceerd tempo
gewerkt moest worden, niet om het werken
zelf, maar omdat vermoedelijk, als de opbouw
rustiger had kunnen geschieden, het resultaat
iets beter had kunnen zijn. Maar er was geen
maand, zelfs geen dag te verliezen, het ging
om het bestaan van Oostburg, en meer nog,
om het bestaan van de getroffenen, wier zaken
waren stilgelegd, en die zo spoedig mogelijk
aan de slag moesten. Daarom alleen reeds,
meen ik, dat het toch noodzakelijk en verant
woord was, zo snel mogelijk de herbouw te
doen plaats vinden.
Uiteraard moesten alle plannen het wel
standstoezicht passeren, waardoor het moge
lijk was bepaald storende plannen te corri
geren. Helaas waren er wel eens omstandig
heden, tengevolge waarvan er wat water in de
wijn gedaan moest worden, en ook wel eens
wat veel water, b.v. als bepaalde aanbevelens
waardig geachte welstandseisen de financiële
draagkracht van betrokkenen te boven gingen
(goothoogte, dakhelling e.a.). Voorts heeft het
gemeentebestuur in deze gemeend èn bouwheer
èn bouwmeester zoveel mogelijk vrij te moeten
laten, hetgeen ook doelbewust gedaan werd
om een anders mogelijkerwijze te grote één
vormigheid, die zou kunnen leiden tot saai-
6