ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 2 op de poelgronden (Tholen, Zak van Zuid- Beveland) veel te wensen over. Aangezien volgens deskundigen door toevoer van vol doende zoet water een deel van dit grasland in bouwland zal kunnen worden omgezet, zal het wenselijk zijn om de verkaveling en ont sluiting in deze gebieden aan te passen aan de eisen van rationeel bouwlandgebruik. In dit verband kan er op worden gewezen, dat de Herverkavelingswet „Noodgebieden" van toepassing is op de eilanden Schouwen- Duiveland en Tholen, de polder Waarde en de Zak van Zuid-Beveland. Bij de herverkave ling zal naast de verbetering van de cultuur technische omstandigheden ook het vraagstuk van de te kleine bedrijven worden aangepakt. Het zal doelmatig zijn om bij de uitvoering van deze herverkaveling aandacht te schenken aan de verwachte toekomstige verandering van het grondgebruik in een deel van de huidige groene polders. c. Arbeidsvoorziening. De betere watervoorziening en de oplos sing van het zoutvraagstuk scheppen belang rijke mogelijkheden tot intensivering. Deze zullen hun invloed hebben op de arbeidsvoor ziening. Ten aanzien van het zeekleigebied heeft dit de volgende consequenties. „In het algemeen heeft in het verleden de arbeidsvoorziening van de landbouw in het zeekleigebied weinig moeilijkheden met zich meegebracht. Tegenover enkele gebieden met een in het hoogseizoen vrij krappe arbeids voorziening, stonden gebieden met een ook in de zomer vrij grote agrarische werkloosheid (Flakkee). De vraag is, welke invloed de af damming zal hebben op het totale aanbod van agrarische arbeidskrachten, dat blijkt voor meer dan 50 te bestaan uit landarbeiders. De betekenis van de afsluiting voor de landbouw in het zeekleigebied ligt in hoofd zaak in de oplossing van het verziltingsvraag- stuk. Als gevolg hiervan kunnen in de toe komst in enkele gebieden hogere stofopbreng- sten van de gewassen worden verwacht. Het is binnen het kader van de landbouw niet waarschijnlijk, dat zich belangrijke wijzigingen in het productieplan zullen voltrekken. De arbeidsbehoefte van de landbouw zal dan ook betrekkelijk weinig stijgen; in hoofdzaak zullen de oogstwerkzaamheden wat meer ar beid vragen. Het is te verwachten, dat deze meerdere werkzaamheden zullen kunnen wor den opgevangen door de in het zeekleigebied aanwezige agrarische arbeidskrachten. Algemeen is men de mening toegedaan, dat een doorbreking van het geografische isole ment op de Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden, een vergroting van de afvloeiing van landarbeiders ten gevolge zal hebben. Met name t.a.v. Flakkee verwacht men een ver grote trek van landarbeiders naar het indu striegebied langs de Nieuwe Waterweg en de Noord. Voor zover de vergroting van de af vloeiing gebieden betreft, waar van een structurele agrarische werkloosheid kan wor den gesproken (Flakkee), kan zulks slechts worden toegejuicht. In de gebieden, waar de arbeidsvoorziening thans echter reeds krap is, zou een groter vertrekoverschot voor de landbouw moeilijkheden opleveren." d. Onderwijs en voorlichting. Met betrekking tot het Brabantse zandge bied wordt opgemerkt, dat de huidige theo retische vakbekwaamheid van de boer niet voldoet aan de eisen, die de nieuwe bedrijfs voering en het nieuwe productieplan zullen gaan stellen. Vooral ook in geestelijk opzicht de gezindheid dus zal hierin verbetering moeten komen. „Wat het zeekleigebied betreft, zal op een gedeelte van het grasland in de toekomst een intensievere bedrijfsvoering mogelijk worden. Om de intensiveringsmogelijkheden te reali seren zullen nog wel enige weerstanden over wonnen moeten worden. De Zeeuwse boer heeft nl. een sterke voorkeur voor de akker bouw, zoals duidelijk blijkt uit de huidige extensieve graslandexploitatie." 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1954 | | pagina 12