Het Deltaplan^ De afdamming der zeegaten ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 2 Tenslotte een trieste noot: wat gebeurt er met één van onze oudste welvaartsbronnen, de visserij? Een rapport hierover van de Werkcommissie voor de Visserijen heeft deze gevolgen geschetst. Zij mogen in dit nummer niet ontbreken. Waar nodig hebben wij de rapporten aan enig nader commentaar onder worpen. Zeeland is alle „waterstaatsmensen" grote dank verschuldigd voor de prestaties in 1953. In 1954 heeft het zich opnieuw aan hen ver plicht: voor de geopende perspectieven. DE REDACTIE. Drie rapportende afsluiting, de landbouw en de visserij Het derde interim-advies van de Delta-commissie P 21 Februari 1953 werd de Delta-commissie geïn stalleerd door de Minister van Verkeer en Waterstaat, met als opdracht na te gaan welke waterstaatstech- nische voorzieningen in het rampgebied moesten worden getroffen om menselijker wijs gesproken een herhaling van de ramp te voorkomen. De eerste twee interim-adviezen van deze commissie hadden betrekking op de stormvloedkering in de Hollandse IJssel en op de verhoging van de Schouwse dijk. Het derde rapport behandelt het grote probleem van de afsluiting der zeegaten in zijn algemeenheid. Het advies gaat nog niet in op de juiste plaats van de dammen, de kunstwerken en bijkomende voorzieningen, noch op de volgorde, waarin deze werken zouden moeten worden uitgevoerd. Hiervoor is alsnog nadere studie vereist en zullen nadere interim-adviezen volgen. Op een bij gevoegde kaart zie blz. 33 van het Zeeuws Tijdschrift zijn de afdammingen voorlopig en schematisch aangegeven, evenals enkele secundaire afsluitingen, die wellicht dienen tot stand te komen. De Delta-commissie is eenstemmig van oordeel, dat de zee-armen met uitzonde ring van de Westerschelde en de Rotterdamse Waterweg, die als open scheepvaartwegen buiten de opdracht zijn gehouden moeten worden afgesloten. De afsluiting is technisch mogelijk, zal een bedrag vergen van 1300 a 2000 millioen en kan worden voltooid in 20 tot 25 jaar. Om te beoordelen in welke orde van grootte deze bedragen liggen, is het goed te weten, dat de kasuitgaven voor de defensie voor de lopende drie jaar 5000 millioen belopen. Getemporiseerd over de termijn van 20 a 25 jaar komen de uitgaven voor het Delta-plan neer op 75 tot 100 millioen per jaar of rond 7,tot 10,per hoofd van de bevolking per jaar. Dit mag dus alleszins dragelijk heten. Beveiliging met Delta-plan beter dan door dijkversterking. Het is noodzakelijk, om op korte termijn maatregelen te treffen tot verhoging van de veiligheid. Deze kunnen niet wachten op de uiteindelijke vaststelling van de plannen, die tijdrovende studies vergen. Een principiële 32

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1954 | | pagina 4