No. 2
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
en machtiger dan die tot dusver werden be
dwongen. De heen en weer trekkende getij
stromen zijn zeer sterk. De zeegaten staan
open voor de meest voorkomende noord- tot
zuidwestelijke winden. Gedurende lange en
frequente perioden zal men dus niet kunnen
werken. Ook mist zal de uitvoering bemoei
lijken.
Daartegenover staat:
1. De ervaring is door de Zuiderzeewerken,
de dichtingen op Walcheren, de afdam
mingen van de Brielse Maas en de Braak
man en door het herstel van de jongste
stormvloedschade toegenomen. Een kern
van specialisten, van ingenieur tot rijswer-
ker, staat ter beschikking.
2. De vooruitgang van de techniek ten aan
zien van de uitvoeringsmethoden en het
inzicht in de waterloopkundige gevolgen.
Daaruit concludeert de Commissie, dat af
sluiting der zeearmen technisch mogelijk is.
Ons volk, vitaal waar het gaat om behoud
van zijn grond, zal de financiële lasten 1,5
a 2 milliard in 20 a 25 jaar) zeker willen
dragen.
c. Invloed op de Noordzee standen en
-stranden.
Tengevolge van de afsluiting zal het stro
mingsbeeld voor de kust veranderen. De
hoogwaterstanden langs de kust zullen bij
stormvloed ter hoogte van Hoek van
Holland en in de mond van de Westerschelde
enige centimeters hoger komen. De zee-in
hammen, die niet afgesloten worden, zullen
grotere stormvloedsverhogingen ondergaan
door plaatselijke veranderingen in de getij
bewegingen en opwaaiïngen. Dit betekent ver
hoging der waterkeringen ter plaatse.
Het bankengebied voor de zeegaten zal
geleidelijk verdwijnen door de stroomverande-
ringen, de gewijzigde zandverplaatsingen en
het wegvallen van de zanduitvoer vanuit de
zeearmen. Langzamerhand zal het in dit ge
bied aanwezige zand naar de kust worden
gedreven waardoor in de eerstvolgende
eeuwen een verbreding van het strand be
noorden Westkapelle zal optreden.
De duinenrij zal zich in een langzaam
tempo gaan sluiten.
d. Het verkeer te water.
De zeegaten achter de afsluitingen zullen
verzoeten. De ijsvorming in strenge winters,
die gemiddeld eens per 5 jaar optreden, zal
worden vergroot, ook al omdat de getijbe
weging vervalt. Als tegenmaatregelen beveelt
de Commissie het gebruik van ijsbrekers aan.
De hoofdvaarwegen moeten met dammen
tegen ijsopstuwingen worden afgeschermd.
De afvoer van het drijfijs van de rivieren zal
via het Haringvliet geschieden.
Door het uitschakelen van de getijstro
mingen kan de scheepvaart binnen de afdam
mingen veiliger en regelmatiger worden. (Hij
heeft minder last van wind en golfslag
schermdammen De dwarsstromen over de
bij hoog water onderlopende zandbanken
zullen verdwijnen; ondiepten kunnen worden
afgesneden. Het onderhoud van de geulen
wordt vergemakkelijkt. De aanwezige scherm
dammen krijgen vaste lichtopstanden, wat de
veiligheid van varen, vooral bij mist, ver
hoogt. Het scheepvaartverkeer naar de kleine,
binnen de afsluitingen gelegen havens, zal
worden vergemakkelijkt. Sommige van hen
zullen door het wegvallen van het hoogwater
op grotere diepte moeten worden gebracht,
maar zij worden daarmee te allen tijde toe
gankelijk.
e. De waterlozing.
Het overtollige opperwater van de rivieren
zal via uitwateringssluizen in het Haringvliet
en de Rotterdamse Waterweg worden geloosd.
Ook thans geschiedt zulks via de genoemde
mondingen. Bij stormvloed kan de lozing via
de ontworpen sluizen drie a vier weken ge
stremd zijn. De bergingsruimte van de afge
sloten zeearmen is echter groot genoeg om
gevaarlijke hoge standen uit te sluiten, ook
wanneer het uitslagwater van de polders mede
35