ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 2
geborgen moet worden.
Vele gebieden lozen thans op de zeearmen
op natuurlijke wijze, d.w.z. bij laag water.
Na afdamming is de wisseling van de water
spiegel beperkt, zodat hiervoor extra voor
zieningen (kunstwerken) moeten worden aan
gebracht, waarvan overigens de kosten gering
zijn t.o.v. de voordelen.
f. De visserij en schelpdierkwekerijen.
De afsluiting heeft voor de visserij achter
de dammen fatale gevolgen. Er werken hier
in deze bedrijfstak 2000 personen, waarvan
900 in de oester- en mosselteelt. De in
vesteringen in deze teelt belopen 20 mil-
lioen. De opbrengst van de oesters en onver
werkte mosselen bedraagt de laatste jaren
resp. 4 en 5 millioen per jaar.
Voor het overige verwijzen wij naar het
visserij-rapport, dat hierna is opgenomen.
De Commissie merkt op, dat het bij de
veiligheid gaat om een belang van hoger orde
dan de instandhouding van de visserij-be
drijven. Toch zal men trachten de schade
zoveel mogelijk te beperken door enerzijds te
zoeken naar een bestendiging van de oester
teelt (opmerking: alleen van de oesterteelt?),
anderzijds door schadevergoeding te verlenen.
g. De verbindingsmogelijkheden door het
aanleggen van dammen.
Behalve uit een oogpunt van waterkering
is de afsluiting ook van belang als verkorting
van de kust en als samenvoeging van losse
gebiedsdelen tot grotere eenheden. Dit past
geheel in de vormingsgeschiedenis van het
westen des lands. Hoe meer de onderlinge
afhankelijkheid van de afzonderlijke gebieden
toeneemt, hoe meer de eis van betere verbin
dingen zich naar voren dringt.
Men kan een verdere economische en sociale
ontwikkeling van Zeeland en Goeree-Over-
flakkee verwachten als de eilanden met de
vaste wal worden verbonden. Dit is ook een
nationaal belang.
De Commissie wijst op de volgende ver
anderingen:
1. De landbouw kan door de ruimere zoet
watervoorziening (zie onder h) en de
betere bereikbaarheid der grote centra op
hoogwaardige gewassen en intensivering
omschakelen.
2. De op de eilanden overtollige arbeids
krachten kunnen gemakkelijker in de grote
centra werk vinden en toch ter plaatse
blijven wonen.
3. De vestigingskansen van de industrie op
de eilanden worden groter.
4. Recreatiegebieden voor West-Nederland
en Midden-België worden ontsloten.
5. Nauwer contact met de grote culturele
centra wordt mogelijk.
6. Betere verbindingen betekenen meer werk
gelegenheid, waardoor aan de voortdu
rende uittocht van vooral jongeren een
eind komt.
Met het oog op de veiligheid en de eis van
een zo groot mogelijk zoetwaterbassin moeten
de dijken zo ver mogelijk westwaarts komen
te liggen. De belangen van het landverkeer
zijn hieraan ondergeschikt. Later kunnen hier
toe, meer oostwaarts, secundaire afdammingen
worden uitgevoerd.
h. De voordelen van een zoetwaterreservoir.
Zoet water betekent ten eerste strijd tegen
verdroging, ten tweede strijd tegen de verzil-
ting. Het water van de rivieren kan achter de
dammen worden opgeslagen, waar het thans
nutteloos in zee stroomt. Ook voor Zuid-
Holland is dit van betekenis.
Op de Rotterdamse Waterweg kan de zout-
grens worden teruggedrongen door aldaar
meer opperwater te laten afvloeien. Sedert
1900 is de zoutgrens bij hoog water verplaatst
van Schiedam naar de Rotterdamse Park
haven. Bij lage rivierafvoeren trekt de zout
grens zelfs tot voorbij Krimpen aan de
Lek op.
Tenslotte kan zoet water voor de eilanden
de industrie-ontwikkeling stimuleren, terwijl
de drinkwatervoorziening er voordeel van zal
trekken.
36