ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 3 Calvinisme te zien tevens zijn geheim de verborgen omgang met de Heer in het volle daglicht te stellen. Op grond van zijn profe- tisme is het Calvinisme mystiek, zo zouden wij willen stellen, wanneer wij bovengenoem de terminologie even vasthouden. Kenmerk van een Gereformeerde mystiek zal dus zeker zijn, dat de grenzen tussen God en mens in het oog gevat blijven en ook zal gewaakt moeten worden tegen alle versubjec- tivering van de geloofsinhoud. De Hervor ming met haar accentuering van het persoon lijk geloof heeft daarmede de objectiviteit van de geloofsgrond niet willen verzwakken, maar versterken en de volle maat geven. Zo is, ge lijk de bekende theoloog dr Berkhof ons eens schreef, het Gereformeerde piëtisme zonder weerga in de ganse oecumene, maar. het is en blijft een waagstuk, waarbij ontsporin gen niet denkbeeldig zijn. 8. Daarom, wanneer men gelijk wij de den er de nadruk op legt, dat de nadere Reformatie in haar geloofspraktijk een legi tieme voortzetting is van zekere bijbelse en reformatorische tendenzen, dan heeft men ook het recht en de plicht er op te wijzen, dat ge noemd karakter niet altijd trouw bewaard is gebleven. Persoonlijk zijn wij altijd geneigd hier te denken aan het gezegde: „corruptio optimi pessima", d.w.z. het bederf van het beste is het slechtste. De bevindelijke vroom heid doet een uitermate hoge gooi; lukt deze dan hebben wij te doen met een vorm van Christendom, welke nergens ter wereld zijns gelijke vindt, mislukt zij dan moeten wij er kennen voor een grote en diepe schuld te staan. Het is geenszins onze bedoeling nu de „chronique scandaleuse" van onze Zeeuwse voorvaderen breed uit te meten, doch wij vol staan met te constateren, dat ook aan hen niets menselijks vreemd was, m.a.w. dat er ook mislukkingen zijn geweest. Maar wij gaan ook niet mede met hen, die het piëtisme qua talis afwijzen, want daarmede zou een deel van het erfgoed der Hervorming verloren gaan en zulks is geenszins onze bedoeling. Dit laatste gevaar is immers tegenwoordig geenszins denkbeeldig! Wij wijzen daartoe al lereerst op de mening van meerderen, die, vaak onder invloed van een (o.i. verkeerd be grepen) theologie als van Karl Barth, het re formatorisch karakter van het piëtisme be strijden. Zij menen, dat de bevindelijke vroomheid in haar tegendeel is verkeerd en de heilszekerheid weer discutabel stelt en zulks niet alleen praktisch, maar ook en vooral the ologisch. Zonder ons te gaan verdiepen in een theologisch dispuut zouden wij dit willen be strijden. In het piëtisme staat een belangrijk theologisch leerstuk en wel dat van de Heilige Geest ter discussie en het is zeker met het min ste, wanneer wij door de bevinding tot bezin ning in deze worden opgeroepen. Met betrek king tot ons onderwerp en de formulering hiervan betekent Zeeland als land der Nadere Reformatie op deze wijze zowel een gave als een opgave. 9. Een opgave, welke in het huidig tijdsge wricht wel uitermate urgent mag heten! Want, hoezeer wij het ook trachten te bewaren, het valt niet te ontkennen, dat onze provincie van karakter verandert. Het gehele platteland is in beweging en de agrarische sector van ons volksbestaan is aan hevige schokken onder hevig. la) Wij behoeven dit niet nader toe te lichten, want het is aan een ieder bekend hoe er zich onder invloed van radio, mechanisa tie, betere verkeersmogelijkheden enz. grote veranderingen voltrekken tot in de uiterste hoeken van ons land. Met deze ontluistering van een eeuwenoude en vaak gesloten samen leving gaat gepaard een roep om nieuwe voor zieningen. Wij zullen de laatste zijn om de onontkoombaarheid van het een zowel als de noodzakelijkheid van het ander te bestrijden, maar willen de ogen niet sluiten voor de ge varen, die hier aanwezig zijn. Zeeland was en is een bij uitstek agrarische provincie, maar juist in de landbouw-sector zijn de veranderingen in de laatste decennia het allergrootst geweest tengevolge van de me chanisatie en alles wat daarmede samenhangt. 80

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1954 | | pagina 22