No. 3 ZEEUWS TIJDSCHRIFT Een ieder, die enigermate ter zake kundig is, draagt hiervan kennis! Welnu, in en met deze veranderingen staan ook grote geestelijke be langen op het spel! Want met het binnendrin gen van nieuwe economische en sociale vor men dienen zich ook andere geestelijke waar den aan, zodat de religieuze signatuur van ons gewest mede in de waagschaal wordt gesteld. Het is bovendien een kenmerk dezer geeste lijke waarden, dat zij zich vrijwel onopge merkt aankondigen en het moet dientenge volge uiterst moeilijk heten de rechte toets steen aan te leggen. Een agrarische samenleving wordt geken merkt door een grote mate van religieusiteit. „De sterk ontwikkelde godsdienstzin moet ten dele worden toegeschreven aan het gevoel van de natuur afhankelijk te zijn". 13) De mecha nisatie heeft echter tot gevolg, dat de agrariër zich in mindere mate afhankelijk weet en geeft hem een zelfstandigheid, welke vaak (ver)wordt tot een verkeerd begrepen auto nomie. In zulk een geval is ook de mystiek in haar afhankelijkheid van de Schepper en Onderhouder dezer wereld voor een goed deel illusoir. De ontluistering van het platteland kan echter ook een zuivering in geestelijk opzicht betekenen. Dan heeft de mystieke inslag van de Zeeuwse bevolking een zeer belangrijke taak om het reformatorisch erfgoed zuiver te bewaren en te passen in een nieuwe samenle vingsvorm. Er staat dus héél veel op het spel en wordt dit verloren, dan zou Zeeland wor den opgenomen in de maalstroom der geeste lijke nivellering en ten prooi vallen aan mach ten, die onze provincie tot dusverre vreemd waren. Deze gevaren zijn geenszins denkbeeldig, vooral nu het zich met een grote mate van waarschijnlijkheid laat aanzien, dat wij in een beslissende phase van ons gewestelijk bestaan zijn getreden, doordat het zg. Deltaplan bin nen afzienbare tijd werkelijkheid zal worden. Wat immers betekent een periode van dertig of veertig jaren in de geschiedenis? Zeeland zal economisch en sociaal worden aangesloten bij de randstad Holland met alle gevolgen van deze! 14) Dit feit legt ons een moreel en gees telijk zware taak op de schouders, een taak, waarop wij ons reeds nu zullen moeten bezin nen. to. Het ligt ons verre om in een denigre rende zin te spreken over „het moderne le ven", zomin als wij de noodzakelijkheid van het Deltaplan en zijn verwerkelijking ontken nen. Integendeel, wij juichen slechts toe, dat men aan deze materie zulk een aandacht schenkt. Wij erkennen evenzeer de noodzaak van vele maatschappelijke en sociale voorzie ningen, welke in een veranderende were'.d een gebiedende eis moeten heten. Maar wel bestrij den wij de, al of niet uitgesproken, mening, dat zulke maatregelen het geestelijk fundament van ons volksbestaan zouden kunnen vervan gen. Het is de roem van h:r Calvinisme dit fundament altijd in de bijbelse zin te hebben opgevat en dit erfdeel zal bewaard moeten blijven. Ook in dit opzicht zal de Nadere Refor matie haar belang wederom moeten ontvou wen. Want het is haar voorrecht geweest de mens in al zijn levensfasen te begeleiden, te mogen begeleiden met de Liefde van het Evangelie en daarom kan en mag zij nooit gedogen, dat iemand of iets anders de mens, dc gelovige verzorgt „van de wieg tot het graf". Met name door de stormramp zijn deze problemen acuut geworden en allerwegen ont moet men een strijd om de grondslagen van het hulpverleningswerk. Hoe dankbaar wij voor dit alles ook zijn, de Liefde van Christus en de Leiding des Geestes zijn van een geheel eigen orde en daarin en daarmede onvervang baar. Hierop steeds te hebben gewezen is de niet hoog genoeg te schatten winst der Nadere Reformatie. Hierover zie men Jan Romein, Het vergruisde Beeld, over het onderzoek naar de oorzaken van onze opstand in „In opdracht van de Tijd", 1946, bldz. 74 e.v. 81

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1954 | | pagina 23