Slvkerlyc in Middelburg No. 4 ZEEUWS TIJDSCHRIFT cheren zelf een nieuwe taak? Als dan, naast al die opgroeiende jonge bomen, nog eens een re generatie van het costuum tot stand kon wor den gebracht, dan zou het nieuwe Walcheren weer iets van zijn oude glorie kunnen terug winnen, iets van zijn oude fleurigheid, 't Zou, naast de „toeristische vruchten", meteen nog een soort eerherstel kunnen opleveren jegens onze versukkelde oude dracht. Een rehabili tatie, die de Zeeuwse stadters jegens het platte land, dat hun toch altijd maar de boter en de eiertjes en de rentetjes en nog zo 't een en 't ander gebracht heeft, wèl verschuldigd zijn. Wie weet bovendien, welke onverwachte re- sonansen deze kleine bijdrage tot de verbijzon dering, waarvan we hierboven spraken, ver derop nog zou kunnen opleveren? Differentia tie, variatie is altijd een kracht en een rijkdom geweest. Domburg, Juni 1954. ET zinnespel der 15e en 16e eeuw, waaraan in elke stad een of meer gezelschappen van kunstzinnige burgers hun beste krachten gaven om in allegorische vorm de vraagstukken van de dag gestalte te geven, en dat van alle godsdienstige en wereldse feesten van die tijd het hoogtepunt vormde, is wel het indrukwekkendste voorbeeld uit onze letter kundige geschiedenis van een levendig besef in de wereld van de kunst betreffende de so ciale roeping der kunst. In deze tijd was de gedachte van de tijde lijkheid van het aardse leven en de dreiging van de dood denk aan de vele doden dansen allesbeheersend. Geen wonder, dat het indrukwekkendste van al onze zinnespelen juist dit thema behandelt. We hebben kort geleden in Middelburg dit spel onder de meest ideale omstandigheden kunnen bewonderen. De spelers gaven een bij na volmaakte vertolking. De omgeving bood alles wat maar verlangd kon worden: de hoog rijzende ramen der Koorkerk als achtergrond; de mogelijkheid van opkomst der acteurs van verschillende zijden zonder kunstmatige cou lissen, maar uit toegangsdeuren, die de prach tige bouw der Abdij vanzelf aanbood; de samenwerking met het orgel en het in de kerk vertoevend zangkoor (door de micro fooninstallatie der kerk was het spel geheel te volgen, zodat zonder enige regiesein de or ganist en de koordirigent een uiterste precisie konden betrachten); dan het machtig geluid der torenklok, toen Elckerlyc in het graf daalde en bovenal de gehele sfeer, die rond deze Middeleeuwse gebouwen vertoeft. Dan spreek ik nog niet eens van de beschutte lig ging, welke voor een openluchttheater in ons land zeker niet onbelangrijk is. De gedachte, die elke bezoeker dan ook meenam naar huis, was: dit moet herhaald worden. Dit intieme Abdijplein moet een pel grimageoord worden voor alle kunstzinnigen, die van gewijde schoonheid houden. Met her haling bedoel ik niet, dat het plein alleen of in de eerste plaats voor Elckerlyc-opvoeringen gereserveerd moet worden. Ik denk aan ver schillende andere mogelijkheden, maar de El- ckerlyc-opvoering heeft bewezen, dat er maar heel weinig plaatsen in ons land zijn, waar zulke ideale omstandigheden aanwezig zijn voor een gewijd spel als juist hier en het zou zonde en jammer zijn, als daar niet met smaak en wijsheid van geprofiteerd zou worden. Een bijzondere omstandigheid, waarvoor we ook niet dankbaar genoeg kunnen zijn, is dat deze opvoering mogelijk was dank zij de steun van de Culturele Raad der Hervormde Kerk. Het opgevoerde stuk legt een zwaar accent op de biecht, het Sacrament der stervenden en 103

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1954 | | pagina 15