Het Deltaplan II
Drie nieuwe rapporten
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 4
Misschien was 't spel wat epidermisch,
Maar het verwarmde diathermisch.
Ik zat maar stil zo en genoot,
Met Vauvenargues op mijn schoot.
Want om dit echt te savoureren
Moet geest met corpus conspireren.
De wijsheid proeft vooral piquant
Terwijl de Daad toernooit in 't zand.
Het oog geniet de cavalcade,
Terwijl 't verstand lacht: hm, fagade!
Zo komen beiden aan hun deel,
Van zoiets krijg je nooit teveel.
Toen 'k thuis kwam, was ik diep gelaafd,
't Was zo onschuldig, zo beschaafd.
Het was verrukkelijk naïef,
Wat zijn we in de grond toch lief!
Ik geloof: die béte oorlogszorgen,
Die hoeven ons niet zo te worgen.
De Vrede is niet zo'n probleem,
Haar eenvoud is veeleer extreem.
Wat maalt Jan Jansen om Korea,
Als hij mag dartelen met zijn Lea?
Voor een ijsje van Kees Schonenboom
Verruilt hij elke Staatsmansdroom!
Wat ieder diplomaat te zwaar is,
Maar hier op Domburg zonneklaar is:
Hoe raken de Vereende Naties
Ooit uit dat nest van disperaties?
Dat antwoord ligt hier zó gereed,
Per slot is alles maar een weet:
Zijn ze niet zoet, de veel te velen,
Moeten hun bazen weer krakelen?
Stuur ze naar 't strand en laat ze spelen.
JORINGEL.
De landbouw; de visserij; de waterstaatkundige, economische,
sociologische en planologische aspecten
Belangen van landbouw en visserij bij afsluiting van de zeegaten in zuidwestelijk Nederland
Een rapport van de commissie ter bestudering van de ruimtelijke ordening in de landbouw
(Uitgave van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening
Landbouw
ET bovengenoemde rapport
bouwt voort op de publi
catie van het Landbouw-
Economisch-Instituut, die
in het laatste Maart-num
mer van het Zeeuws Tijd
schrift werd behandeld. Wij volstaan dan ook
met de vermelding van wat aan deze publi
catie is toegevoegd. Beide rapporten hebben
geen betrekking op Zeeuwsch-Vlaanderen.
De waterhuishouding.
De gewassenkeuze wordt door de groei
factor „water" beïnvloed. In het grootste
gedeelte van zuidwestelijk Nederland heerst
een gebrek aan zoet water van redelijke
kwaliteit, dat leidt tot oogstdepressies. Het
aanleggen van regenwaterreservoirs in be
staande kreken om de verzilting en de ver
droging tegen te gaan is moeilijk uitvoerbaar,
gezien de hoeveelheden waarom het gaat. Op
deze wijze wordt niet het maximale profijt uit
de grond getrokken.
De verzilting is volgens de gemiddelde
1) Zie voor I het nummer van Maart 1954, 4e jaar
gang no. 2.
108