ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 4
vinciale krachtenmeting het getal deelnemers
toch groter dienen te zijn, terwijl grotere sprei
ding daarbij, indien dit zo kort na de storm
ramp reeds mogelijk is, gewenst moet worden
geacht.
Dat het amateur-toneel in Zeeland voor
zover het in deze wedstrijd aan bod is ge
weest de vergelijking met het amateur
toneel in de rest van Nederland behoorlijk kan
doorstaan, is bijzonder verblijdend, omdat dit
gewest door zijn excentrische ligging in een
geïsoleerde positie verkeert, welke een ern
stige belemmering betekent voor de ontwikke
lingen op velerlei gebied. Het moeilijke con
tact met overig Nederland zal ook wel de
reden zijn, dat er tot voor enkele jaren nau
welijks sprake was van Zeeuwse deelneming
aan de landelijke organisaties van het ama
teur-toneel, zodat men van de stimulans tot
verbetering van het peil der voorstellingen,
welke daarvan kan uitgaan, tot voor kort
vrijwel verstoken is geweest.
Het zou dus niet zo verwonderlijk geweest
zijn, indien de jury van het Zeeuws Landju
weel voor zich zelf had moeten vaststellen,
dat het gemiddelde peil der voorstellingen bij
dat in overig Nederland was achtergebleven.
Dat dit niet het geval is geweest, wijst er m.i.
op, dat hier, min of meer onafhankelijk van
de evolutie, welke zich op het terrein van het
amateur-toneel landelijk aan het voltrekken
was, stromingen aan het werk geweest moeten
zijn, welke zich in dezelfde richting bewogen.
Stad en platteland.
Bij een nadere beschouwing van de resulta
ten van het Zeeuws Landjuweel springt on
middellijk naar voren, dat er van een tegen
stelling tussen stad en platteland, wat de pres
taties betreft, niet of nauwelijks kan worden
gesproken. Uit de aard der zaak bestaat voor
het plattelands-toneel bijna altijd de handicap,
dat het wat technische uitrusting, spelerskeuze
en leiding betreft minder mogelijkheden heeft
dan verenigingen in steden. Doch deze handi
cap behoeft, gelijk de praktijk uitwijst niet
alleen in Zeeland, maar ook elders geens
zins er toe te leiden, dat als regel de voorstel
lingen op het platteland van minder kwaliteit
zijn dan die in de stad. Bij wijze van noot
moge hier omtrent de technische en andere
voor goed toneelspelen onmisbare uitrusting
wel op worden gewezen, dat het Concertge
bouw in Vlissingen en het Schuttershof in
Goes, verre van ideale inrichtingen zijn voor
het amateur-toneel in deze steden en dat hier
van groter mogelijkheden dan op het platte
land nauwelijks sprake is.
Dat in een kleine gemeenschap de keuze van
spelers beperkt is, kan niet gemakkelijk wor
den ondervangen. Men zou eventueel, als tra
ditie of andere gevoeligheden zich daartegen
niet zouden verzetten, niet-plaatsgenoten als
spelend lid kunnen toelaten, maar dit is ten
slotte een probleem, dat men in eigen kring
moet oplossen. Met betrekking tot een tekort
in de leiding en in de technische uitrusting
van de ter beschikking staande speelruimte is
het nemen van maatregelen ter verbetering
gemakkelijker dan ten opzichte van het spe
lerstekort, waarmede men hier en daar te
worstelen heeft. Behalve voor de verenigingen
en de landelijke toneel-organisaties ligt hier
naar mijn mening ook een taak voor de Pro
vincie, of bij wijze van delegatie, voor de
Stichting Zeeland, liefst in nauwe samenwer
king met die landelijke organisaties. Doch
hierop komen wij nog terug bij de bespreking
van de taak van de provinciale toneel-advi
seur, een functionaris, die met ingang van
i September a.s. in een viertal provinciën
wordt aangesteld.
Het eindrapport van de jury van het
Zeeuws Landjuweel wijst uit, dat het platte
land noch bij de keuze van de stukken, noch
wat het vertoonde spel betreft bij de steden
ten achter is gebleven. Van de zestien ver
toonde stukken één stuk werd door twee
verenigingen gespeeld waren er, naar het
oordeel der jury, zes beneden de maat. Toege
geven, dat dit, ook al legde de jury objectieve
maatstaven aan, een subjectief oordeel is,
122