Zeeuws Tijdschrift
Zeeland 1954 Ec""ome
N U M M E R 4 4e JAARGANG JU LI 195 4
Techniek
Cultuur
1954 is voor Zeeland een jaar met vele belangrijke initiatieven.
De jaarvergadering van de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid
en Handel te Maastricht behandelde de betekenis van de Deltaplannen en
deed daarmee de eerste poging om de publieke opinie hiervoor te mobiliseren.
Zij werd door vele Zeeuwen bezocht, omdat er juist aan Zeeland zulke grote
perspectieven worden geopend.
Tezelfdertijd besprak Dr Ir Mesu op een vergadering van de Z.L.M. de
betekenis van de afsluiting der zeegaten voor de landbouw. Ook deze inleiding
mag men zien als een voorbereiding op de toekomst, die de moderne water-
bouwtechniek voor Zeeland openlegt. Het actuele Drie-eilandenplan is hiertoe
een goede introductie.
Economisch van groot belang was de Nijverheidsdag voor Zeeland, die
in Terneuzen werd gehouden. Meer dan 200 bezoekers grotendeels leiders
van kleine en middelgrote ondernemingen luisterden naar een vijftal in
leidingen over de opvoering van de productiviteit. Deze referaten hebben veel
bijgedragen tot het ontstaan en bevorderen van het algemene productiviteitsbesef,
waarop de concurrentie-positie uiteindelijk is gebaseerd. Deze dag zal in het
najaar worden gevolgd door het bestuderen van de problemen in kleine
discussie-groepen.
Cultureel zouden wij 1954 het jaar van het eerste Zeeland-festival willen
noemen, al is dit nog onvolledig. De opvoering van Elckerlyck te Middelburg
mag wel het hoogtepunt heten.
Op amateuristisch gebied was voor Zeeland het Landjuweel een novum
met rijke perspectieven.
Daarnaast noemen wij de Zeeuwse manifestatie van klederdrachten en
het exempel van goede vrije-tijds-besteding: Miniatuur Walcheren.
De schilderkunst is het ruimst vertegenwoordigd. De Zeeuwse Tentoon
stelling bracht voor het eerst de Zeeuwse schilders bijeen. In Goes was een
expositie met het boerenleven als thema. IJzendijke toont ons Nederland als
waterland. Vlissingen eert zijn zoon Constantin Guys, Groede etaleert Oosterse
kunst. Tenslotte is er in Middelburg een tentoonstelling van Toulouse Lautrec
en in Veere een van Maurice Góth.
In dit nummer kunnen wij slechts ten dele op deze activiteiten ingaan.
Het September-nummer zal er eveneens aan gewijd zijn. Hier volstaan
wij voorlopig met te wijzen op de energie, die aan alle kanten loskomt. Slechts
kniesoren zullen blijven steken in een overigens noodzakelijke critische
houding.
Als geheel zijn al deze verschijnselen verheugend.
91