No. 6 ZEEUWS TIJDSCHRIFT leden, waarvan het dikwijls slechts enkele dikwijls nog meer vermeende, dan rëeel aan wezige facetten waardeert. Het klonk als een frisse paradox, althans voor het publiek hier, dat juist met de „eigentijdse" kunst de groot ste moeite heeft; hoe een dergelijke aanpak hier zou moeten gebeuren, werd er dan ook niet bij verteld. Gelukkig zijn er omweggetjes, langs welke men Monsieur Prudhomme voornoemd, zon der hem af te schrikken, toch min of meer bij verrassing op betere paden brengen kan, en deze omweggetjes zal Dr. de Vries wellicht ook op het oog hebben gehad. Via het sno bisme, via de nijverheidskunst en via de ex otische kunst lukt dit nogal eens. Groede gaf tot dusverre een schoon voorbeeld van een dergelijke tactiek. De tentoonstelling van Leerdams glas, enige jaren terug, was een groot succes; een tentoonstelling van Oost- Aziatische kunst, als Groede dit jaar gaf, schrikt, ook al ligt ze op vrij hoog peil, onzen vriend niet al te erg af. Zo ligt het ook met Grieks en met Egyptisch; men zal b.v. zonder enig bezwaar perspectivische eigenaardighe den accepteren van een Egyptenaar, die men botaf weigeren zou van een Amsterdams ex pressionist. Dat men van Gogh mooi vinden moet, is eveneens nu wel een vaststaand feit en van hieruit zijn er wel enige overstapjes te nemen. Terwijl nijverheidskunst, glas, cera miek, sieraden enz. enz. blijkens de ervaring nu eenmaal gemakkelijker aanspreken, dan vrije kunst. Waarom ook hier niet meer ge bruik van gemaakt? Ook hierop vestigde Dr. de Vries de aandacht. Tentoonstellingen, als „wonen en wonen", „pluche en plastic", dienen het volksontwikkelende doel waar schijnlijk efficiënter nog, dan die van enkel vrije kunst. Er zou misschien iets voor te zeg gen zijn, om deze rubriek voortaan mede te begrijpen in het gezichtsveld der hier bespro ken bestrevingen. Voorts zouden exposities, die instructief zijn t.a.v. de algemene verbanden, waarin sommige figuren moeten worden gezien, of t.a.v. be langrijke groeperingen of ontwikkelingsgan gen, wellicht een zekere voorkeur kunnen ver dienen. Terwijl daarnaast ook het geven van meer inzicht in de techniek, b.v. waar het de grafiek betreft, dikwijls de interesse plotseling prikkelen kan. Mogelijke coördinatie. Het congres te Yzendijke. Hoe dan ook, de gestie van provinciewege zal in het vervolg een sterker dirigerend ac cent dan tot dusverre bezwaarlijk kunnen ont beren. Reeds enige tijd drong de vraag zich steeds sterker op, of er geen betere weg te be wandelen was, dan eenvoudig af te wachten, wat het locaal initiatief per individueel toeval voor het volgend jaar eens bedenken zou. Het gelukkig initiatief van den Burgemeester van Yzendijke, die het evengenoemd tentoonstel lingscongres organiseerde, kwam juist op tijd. Hier toch werd de zo nodige coördinatie op dit terrein voor het eerst deskundig en sche matisch onder handen genomen. De conclusie heeft men uit de courant kunnen zien: er zal een Rapport komen, waarvan de strekking wel zal zijn, dat een zekere „poolvorming" zal worden voorgesteld van de belanghebben de instanties, als gemeenten, kunstkringen e.d., waardoor de onkosten ongetwijfeld zouden kunnen worden gedrukt; men denke hier b.v. aan de vrijwel steeds moeilijkheden opleveren de schotten en vitrines; een centraal depot van dergelijke zaken, waaruit geleend of gehuurd zou kunnen worden, zou groot nut kunnen hebben. De provincie Zeeland heeft met het aanleggen daarvan dit jaar dan ook reeds een bescheiden begin gemaakt; met enige meerdere samenwerking zou ook provinciaal wat te be reiken zijn. Voorts zouden er dan wellicht van de zijde van de Rijksverzamelingen een aantal "standaard-exposities" kunnen worden be- schikbaargesteld, waaruit gegadigden zouden kunnen kiezen. O.i. zou het wenselijk zijn, nog een stap verder te gaan en ook van deze zijde een zekere „poolvorming", alle belangrijke „Hollandse" Musea omvattende, tot stand te brengen, zodat een gemeenschappelijk overleg 175

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1954 | | pagina 23