No. 6 ZEEUWS TIJDSCHRIFT gingen e.d., verbanden van ten dele ontspan- nings-, ten dele culturele strekking, die onge twijfeld belangstelling kunnen hebben voor een op de juiste wijze gepresenteerde kennis making. Men moet echter tijdig van te voren met de nodige contacten hierover beginnen en men moet er moeite aan geven; dit is propa gandawerk. Voorts is het natuurlijk volstrekt nodig, dat hierbij een deskundige rondleiding aansluiten kan, wellicht een kleine causerie, of een lezing af en toe, opdat het publiek de ex plicatie, de instructie geboden kan worden, die het vraagt en die het in de hier gestelde gevallen ook verlangen mag. Ook een berede neerde catalogus of bijschriften aan de wand, kunnen hier hun werk doen. Alles tezamen ge nomen: men moet er meer tijd en moeite en geld aan besteden, dan tot dusverre als regel het geval was; maar dan zal men er ook de vruchten van plukken. Zonder deskundige rondleiding geen succes. Opleiding rondleiders. Een deskundige rondleiding is derhalve, wan neer men van de bovenbedoelde tentoonstel lingen voldoende resultaat wil zien, onmisbaar. Deskundige, geschoolde krachten hiervoor vindt men. in Holland. Opleiding van on derwijzend personeel, jeugdleiders e.a. belang stellenden voor dit werk, is mogelijk en heeft b.v. in Den Haag, Amsterdam en Eindhoven reeds plaats gehad. Dit is een quaestie van een io-tal Zaterdagmiddagen. Een zodanige leiderscursus is voor Zeeland, wil men hier werkelijk verder komen, volstrekt nodig. Ze zou met betrekkelijk geringe kosten kunnen worden gehouden. Hier zou de Provincie nut tig werk kunnen doen. Zonder een zodanige opleiding blijft het subsidiëren van tentoon stellingen half werk. Zeeuwse Tentoonstelling. Misschien mogen we nu nog even de aan dacht vragen voor de reeds enige malen ge noemde algemene Zeeuwse Tentoonstelling. Hoe moet het daar nu verder mee? Een ten toonstelling als deze werpt bepaalde moeilijk heden en vragen op. Het peil. Allereerst die van het peil. Een tentoon stelling, die bedoelt een generaal overzicht te geven van wat er in Zeeland werkt, zal nood zakelijk altijd een vrij heterogene verzameling blijven. Nu is verscheidenheid op zich zelf geen bezwaar; een tentoonstelling met vele deelnemers is niet per se rommeliger of van lager niveau dan een éénmans-show. Integen deel, de ontmoeting met een verscheidenheid van persoonlijkheden en technieken kan prik kelend werken. We hebben bij de opening het beeld gebruikt van het veldbouquet, waarin ook het bescheiden grasje niet misstaat. Toch was het schouwspel dit moet ons van het hart ditmaal naar onze smaak de Mid- delburgse-prijs-inzendingen uiteraard hier bui ten beschouwing gelaten wel zeer middel matig. Er had gerust scherper geselecteerd kunnen worden. Niet alleen omdat het werke lijk goede dan waardiger had kunnen worden gepresenteerd het hing er nu te vol maar het zou ook het algemeen peil ten goede zijn gekomen. Niettemin heeft de jury, ook zó, velen ernstig teleurgesteld. Het gewone ver schijnsel: hoe bescheidener de qualiteit, hoe beperkter ook de zelfkennis en hoe vo lumineuzer de inzending, moest zich ook hier in verschillende gevallen wreken. Anderzijds werd een enkele eersterangskunstenaar met smart gemist. Vrije inzending. Het ligt overigens voor de hand, dat, na deze ervaring, de vraag zich opdringt: moet ook in het vervolg de inzending voor deze ten toonstelling vrij zijn, of zal er geïnviteerd moeten worden? Geïnviteerd, na deskundig advies dan natuurlijk. Ook: moet men voort aan onderscheiden tussen vakbroeder en dilet tant? We zouden willen propageren: vrije inzen ding, géén vóórselectie dus, het blijve een generale revue maar een strenge, deskun- 177

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1954 | | pagina 25