Van Zeeuwse mijmeringen tot Deltaplaru No. i ZEEUWS TIJDSCHRIFT gehouden over onderwerpen uit de Zeeuwse en Vlaamse geschiedenis; talloze keren kwa men mensen, voor wie hij „gelezen" had, la ter in de bibliotheek de werken opvragen, waarover hij had gesproken. Liever dan lezingen zijn hem tentoonstel lingen; vele heeft hij er georganiseerd, aan meer nog heeft hij zijn medewerking ver leend. „Ik heb de mensen altijd graag wat laten zien." Dit is zijn eerste spontane woord, sinds we over hemzelf praten. Ik zoek mijn voordeel te doen met deze bekentenis. „Welk sieraad kun je me zonder moeite nog voor ogen toveren?" Even later verschijnt Le Sacre de Louis XV op tafel, een verrukkelijk plaatwerkafkom stig uit de bibliotheek van Lodewijk XV en bij toeval hier in Zeeland terecht gekomen. Alle statie en praal, alle zwier en élégance van het achttiendeeeuwse Frankrijk zijn in de handgekleurde platen van dit zeldzame werk tot uitdrukking gebracht. Met een an der juweel uit de Franse hofbibliotheek: Les Fêtes données d Strasbourg en 1744 én twee banden uit de boekerij van Madame de Pom padour vertegenwoordigt Le Sacre een niet onbeduidend vermogen. Het wordt zorgvul dig in de kluis geborgen. Boekenminnaars kunnen het uiteraard onder zekere restric ties komen bekijken. Dit geldt ook voor de wiegedrukken en de postincunabelen, voor de bijbel van het klooster Sion (die, achteloos haast, op een smeedijzeren lezenaar aan de voet van een pilaar in de leeszaal ligt), voor het Breviarium Grimani en voor zoveel an dere kostbare werken, die Zeeland niet slechts bezit, maar ook exploiteert, ten gerieve van het culturele leven in onze provincie. De tekeningen bij dit artikel werden speciaal voor liet Zeeuws Tijdschrift vervaardigd door de Middelburgse kunstenaar Jac. Prince. Is Zeeland ,,er op" ofer onder" In November 1945 verscheen in Zeeland een brochure, geschreven door jhr ir J. de Ranitz b.i. en ir M. de Vink Li. onder de titel „Er op of er onder". Dit boekje was een soort „balans van Zeeland", opgemaakt na de trieste oorlogsjaren. Daarbij kon het haast niet anders, of er werd een aanzienlijk „tekort" geconstateerd. Maar de schrijvers lieten het niet bij deze conclusie, zij gaven ook wegen aan, die tot verbetering konden leiden en zij trachten de Zeeuwen te mobiliseren in het belang van hun gewest. Dat is nu bijna tien jaar geleden en de vraag is gerechtvaardigd: hoe is het nu? De redactie van het Zeeuws Tijdschrift stelde deze vraag aan een der auteurs van „Er op of er onder", ir M. de Vink, directeur van de Prov. Planologische Dienst Zeeland. Zijn antwoord vindt men hieronder. MIJMERENDE over een vraag van de redactie om mijn mening te wil len geven over de ontwikkeling van Zeeland na de oorlog, dwaalden mijn ge dachten al spoedig af naar het Zeeland, zoals ik dat aantrof bij mijn eerste komst in de provincie in 1937. Ik herinner mij de indruk, die het land met zijn intieme schoonheid, zijn rust, zijn wisse lende landschappen en milde ruigte op mij maakte. Ik herinner mij ook, hoe ik getroffen was door de weergave van de Zeeuwse sfeer in het boekje van dr Ritter: „Zeeuwse Mijme ringen". Het Zeeland van voor de oorlog is voor mij gebleven het Zeeland van de Zeeuwse Mijmeringen. Uit deze mijmeringen is Zeeland echter wel 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1955 | | pagina 21