literatuurprijs van de stad Middelburg 1954
No. i
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
Sen declamatoriiivi over de ramp van Lou Vleugelhof
HET initiatief dat de Stad Middelburg
in 1954 nam, om bij gelegenheid van
de groots opgezette Walcherse her
denkingsfeesten ook de Kunst te gedenken
in de vorm van het beschikbaar stellen van
een prijs voor literatuur en beeldende kunst,
kunnen we alleen maar toejuichen.
De inzendingen dienden geïnspireerd te zijn
door de rampen die Walcheren getroffen
hebben en de wijze waarop deze zijn door
staan en overwonnen.
Het is met prijsvragen altijd zo en dat
is nu eenmaal de schaduwzijde van dit soort
rederijkerij dat ze noodwendig het aan
schijn geven aan maakwerk, artificieel geknut
sel, techniek zonder ziel, schijnschoonheid.
Hier staat echter tegenover dat sommige
kunstenaarsnaturen een bepaalde stoot nodig
hebben, een stimulance van buiten af, om
een sluimerende idee, een niet geëxploiteerde
inspiratie, gestalte te geven.
En zo is het merkwaardig dat naast velerlei
prullaria, een prijsvraag óók ontroerende
kunstwerken kan doen ontstaan.
Het valt bovendien niet te miskennen, dat
een erkenning van overheidswege in de vorm
van een behoorlijk honorarium als prijs een
sympathieke steun betekent voor een goed
werkstuk van onze kunstenaars, die niet
kunnen leven van kunst alleen!
We willen dan ook de innige wens uit
spreken, dat het voorbeeld van Middelburg,
de hoofdstad, inspirerend werken zal op
andere regionen van ons Zeeland, waar mo
tieven en aanknopingspunten te over zijn, om
via de bovengenoemde weg, de Zeeuwse kunst
te verrijken met regionaal georiënteerd werk.
Wanneer we ons nu willen beperken tot de
literatuuroogst die deze Prijsvraag opbracht,
dan moeten we niet opnieuw op het rechts-
gestoelte van de jury plaats nemen we
zouden haast zeggen: gelukkig niet maar
dienen we ons uitsluitend te beperken tot de
bekroonde producten: „Het uitverkoren ei
land" van Tina Keller, „De Humeuren van de
Straat der Weduwen" van Mevr. Greup
Roldanus en Anno Domini MCMLIII, decla-
matorium, opgedragen aan de Landsvrouwe,
van Lou Vleugelhof.
Groot werk is er onder de inzendingen niet
te vinden, het blijft beperkt tot de behoorlijke
middelmaat, zodat de literatuurprijs verdeeld
werd over de drie genoemde producten.
Het werk van Tina Keller werd in het
vorige nummer van het Zeeuws Tijdschrift
gedeeltelijk gepubliceerd. In deze bijdrage
zullen we ons uitsluitend beperken tot het
declamatorium van Lou Vleugelhof.
De jonge dichter Lou Vleugelhof ge
boren in 1925 te Ovezande (Z.B.) is werk
zaam te Rotterdam en publiceerde o.m. ,,Dc
Sprookjeskruik", een verzencyclus en „Triple
Alliantie" (te zamen met Harriet Laurey en
Frans Babyion). Voor zijn werk „Des On
danks" ontving hij een reistoelage van het
Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen.
Uit het laatste blijkt, dat Vleugelhof's werk
een belofte inhoudt.
Zijn bekroond declamatorium is met het
beste gedeelte van zijn werk, al bevat het
ongetwijfeld sterk plastische fragmenten en
pittoreske sfeerwerking.
25