ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. i Zeeland heeft in dit alles steeds een eervolle plaats ingenomen. Thans, in het midden van de twintigste eeuw staat de Zeeuwse landbouw voor een evolutie, die bijna een revolutie genoemd mag worden. Door de oorlogshandelingen van 1944 en de ramp van 1953 werden grote delen van onze provincie ernstig beschadigd, waarbij vooral ook de landbouw een geweldige neer waartse stoot kreeg, daar duizenden hectaren vruchtbare grond met zout water werden ver giftigd. Het noodzakelijke herstel heeft men aangegrepen om tegelijkertijd tal van verbe teringen aan te brengen. Een grootscheepse herverkaveling zal van Walcheren, Schouwen-Duiveland, Tholen en delen van Zuid-Beveland uiterst moderne landbouwgebieden maken. Een uitstekend net van wegen en waterlopen zal het platteland ontsluiten. Door een volledige hergroepering van de kavels zal de bedrijfsvoering aanzien lijk vergemakkelijkt worden. Aan een aantal te kleine bedrijfjes wordt de kans geboden gesaneerd te worden tot een rendabele groot te. De cultuurtechnische toestand van tal van percelen wordt in orde gebracht door een grootscheepse egalisatie en drainage. Moge lijkheden om op het electrische net aan te sluiten worden nader uitgewerkt. Dat voor dit alles een injectie van enkele honderden millioenen guldens nodig is valt te begrijpen. Dat deze injectie plaats vindt is voor geheel Zeeland een feit, waarvoor men niet dankbaar genoeg kan zijn. Want dit alles betekent een bevorderen van de mogelijkheid tot hogere opbrengsten en lagere kosten, een rationelere bedrijfsvoering in de toekomst, een betere concurrentie-positie, een grotere moge lijkheid om tot mechanisatie te komen. Het kondigt natuurlijk een moeilijke pe riode aan voor hen, die deze enorme operatie moeten ondergaan, doch tevens een betere toe komst voor hen, die straks in deze gebieden gaan boeren. Het betekent tenslotte ook, dat veel ouds en vertrouwds verdwijnt, dat de sfeer van vroeger niet meer terug komt, doch dit is het gevolg van elke revolutie. Dat hier weerstan den moeten worden overwonnen staat vast, maar dat de komende generatie dankbaar voor dit werk zal zijn eveneens. Men zal ze ker kunnen zeggen: „Daar werd in Zeeland iets groots verricht". Zoals men uit het bovenstaande kan lezen, speelt de landbouw in de worsteling, die ons land heeft moeten voeren om er na de uit puttende tweede wereldoorlog weer bovenop te komen, haar rol. De industrialisatie, die zich in andere provincies voltrekt en waar voor Zeeland door tal van omstandigheden nog weinig rijp blijkt te zijn, voltrekt zich hier als het ware in de agrarische sector. Daarmee behoudt Zeeland voorlopig zijn agrarisch karakter, doch wij vragen ons op recht af of men daar al te rouwig om moet zijn. Zolang dit karakter, mede door zijn hoog ontwikkelingspeil, grote indruk op bezoekers van onze provincie maakt, mogen wij allen er trots op zijn. Met deze herverkaveling zijn wij nog niet uit alle problemen. Er blijven er nog heel wat op te lossen. De uitvoering van de Deltaplan nen zal voor de landbouw ook grote nieuwe mogelijkheden brengen. Er zal nog wat land aanwinning geschieden, waarmede wellicht die gebieden, die thans buiten de herverkaveling vallen kunnen worden geholpen. Betere ver bindingen komen zeker tevens de ontwikke ling van de landbouw ten goede. Het vor men van zoetwaterbassins is van uitermate groot belang. Daarnaast is het vergroten van de veilig heid voor de boeren een levenskwestie. De positie van Zeeuwsch-Vlaanderen dient de voortdurende aandacht te behouden. In poldering van het daartoe rijpe land van Saef- tinge zou hier uitkomst kunnen brengen. Een van de nijpendste vraagstukken zal in de toekomst het beschikbaar blijven van de nodige arbeidskrachten zijn. De landarbeid begint in het middelpunt van de belangstelling te staan. Daar in één der 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1955 | | pagina 32