ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 3/4
mede niet eens: de mentaliteit van de man in een industrieel bedrijf is anders dan die van
de agrariër. Het werkklimaat stempelt iemands mentaliteit en reeds nu zijn daarvan voor
beelden aan te wijzen: een jongen uit een vissersgezin, die in een industrie werkt, krijgt een
andere mentaliteit dan de gezinsleden, die hun dagelijks brood in de visserij verdienen. De
provincie en het bedrijfsleven zullen hiervoor belangstelling hebben te tonen.
VISSERIJ
DE visserij is in het Deltaplan het tere, ja wellicht het teerste punt. En vooral voor de
vissers is het van het grootste belang, dat er spoedig zekerheid komt over de uit
voering van het Deltaplan. Mr Schlingemann brengt dit naar voren. „Er zijn nu
jongelui die met hun vader op het schip meegaan en juist voor hen is het nodig, dat zij behoor
lijke voorlichting ontvangen over wat hun te wachten staat. Dat die jongens nu in opleiding
voor het vissersbedrijf zijn, kan een ramp betekenen, omdat ze misschien over twintig jaar een
ander beroep moeten kiezen!" De heer Boekestijn is het met deze opmerking eens. Een veran
dering van beroep bij een 35-jarige visser betekent een geweldige wijziging in zijn leven. Daar
om inderdaad: voorlichting. En dat niet met de „grove hak", maar begrijpend, omdat het hier
om mensen gaat, voor wie het leven zich totaal gaat wijzigen. Voorlichting en nog eens voor
lichting. De journalist De Kok herinnert aan de moeilijke periode kort na de ramp, toen op
Schouwen-Duiveland van waterstaatszijde vrijwel elke voorlichting ontbrak, waardoor er bij
de bevolking een morrende stemming ontstond. Voorlichting. Mr Stieger en ds Hulsbergen
wijzen op de voorlichting, die door de herverkaveling in speciale bijeenkomsten worden ge
geven, met goede resultaten! Voorlichting, en niet „een mentali
teit van vechten om er uit te halen wat we kunnen" aldus mr
Schlingemann.
HANDEL EN MIDDENSTAND
ER wordt over handel en middenstand weinig gediscussieerd
tijdens deze bijeenkomst. Is er zo weinig over te zeggen?
Geenszins, maar op dit stuk waren de meningen vrijwel een
stemmig: na de totstandkoming van betere verkeersverbindingen
dient men zonder twijfel rekening te houden met concurrentie
uit de randstad Holland. Die is er nu ook wel, maar niet in grote
mato_ zodat de middenstand in de toekomst op zijn qui vive dient
te zijn. Dit kan een injectie ten goede betekenen.
LANDBOUW
HET Deltaplan zal de landbouw als zodanig niet sterk be
roeren. Mr Schlingemann, deskundig op agrarisch gebied,
spreekt dit als zijn mening uit. Er zal wat landaanwinst
zijn, die benut kan worden voor eventuele sanering, maar verder
afgezien van de practische resultaten van de ontzilting zal
er niet veel veranderen. Doch de voorzitter is niet tevreden met
Mr H. J. M. STIEGER
bestuurlijk
Drs M. C. VER BURG
geen groot-industrie...
84