No. 3/4
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
zoetwaterbassin voor de landbouw, waarom
dan industrie aantrekken? Verwachten de
planologen en economen in Zeeland behalve
dan in Zeeuwsch-Vlaanderen, waar het toch
is gekomen, Deltaplan of geen, vestiging
van belangrijke industrie?
Geachte lezers, er zouden nog meer punten
aangesneden kunnen worden die als z.g. voor
delen worden aangemerkt, doch de plaats
ruimte laat mij niet toe hierop in te gaan. Vele
argumenten door de voorstanders aangevoerd,
hoe goed ook bedoeld, houden geen steek of
worden zeer overdreven of zijn gebaseerd op
de toekomst, in de hoop, dat het wel zo zal
gaan, waarbij de wens de vader der gedachte
is. Het zijn de bekende tien vogels in de
luchtdie zeer hoog vliegen en nimmer in
de hand komen.
Wat we wel met zekerheid weten is dat,
wanneer de Ooster-Schelde radicaal wordt af
gesloten, we in Zeeland een bloeiende oester-
en mosselcultuur en handel verliezen, zoals
nergens elders ter wereld bestaan.
Een schelpdierencultuur in Zeeland die tot
de economisch meest vitale en gezonde takken
der Ned. Visserij behoort. De vloot alsmede de
walinstallatie zijn zeer modern.
Het werkt verwarrend wanneer in het derde
interimrapport en in alle tijdschriften die dit
klakkeloos overnemen, beweerd wordt dat de
mosselteelt reeds voor 80 in de Waddenzee
wordt uitgeoefend, waardoor de indruk ge
wekt wordt alsof de mosselteelt in Zeeland
niet meer zou meetellen. Door het optreden
der mosselparasiet heeft men deze teelt voor
een deel, contre-coeur, naar de Waddenzee
moeten verplaatsen, doch laat men als bui
tenstaander niet denken dat de mosselteelt in
Zeeland niet meer van belang zou zijn. En
wat de mosselexport betreft, deze is niet mo
gelijk, althans om een ie klas product tegen
een goede prijs te leveren, tenzij van de ver
waterplaatsen in de Ooster-Schelde gebruik
wordt gemaakt, want zulke verwaterplaatsen
vindt men in de Waddenzee niet.
Is het economisch verantwoord bloeiende
bestaansbronnen, die het buitenland ons be
nijdt, te vernietigen? Zou het verstandig zijn
om deze bronnen van deviezen, deze wervers
van de goodwill onzer visserijproducten tot
ver over onze grenzen, te laten verdwijnen?
Visserijproducten als de oester en de mossel,
die altijd een willig afzetgebied in het buiten
land vinden, terwijl voor deze productie prac-
tisch geen grondstoffen uit het buitenland be
hoeven te worden betrokken.
Moet het Nederlandse volk, moet Zeeland
zonder meer maar afstand doen van dit fijne
zeebanket, waarvoor België kapitalen zou over
hebben als men kans zag daar de teelt over te
nemen?
Mag men het de Zeeuwse visser euvel dui
den als hij niet meer vraagt dan levensbehoud.
Breek dan hun woning de Ooster-Schelde niet
af door er een zoetwaterbassin van te willen
maken, want zij kunnen hun woning niet ver
laten noch verplaatsen. De Ooster-Schelde be
tekent voor hen meer dan een hoeveelheid
zout water, dat door eb en vloed heen en
weer wordt bewogen, want op haar bodem,
geachte lezers, wordt de oester geteeld, de
orchidee der schelpdieren en wanneer een
tuinman met veel zorg en moeite, met veel
deskundigheid deze schone bloem tot bloei
heeft gebracht, zou zijn hart dan niet schreien
wanneer hij moest toezien dat deze bloemen
worden vertreden of door ondeskundige han
delingen van derden zouden verwelkenl Zou
zijn ganse wezen niet in opstand komen, wan
neer hij zou moeten ervaren dat zijn grote
buurman, de landbouwer, zijn tuintje zou op
eisen omdat deze beweert dit tuintje nodig te
hebben om nog meer land- en tuinbouwgewas-
sen te kunnen produceren.
Daarom hoop en vertrouw ik dat er naast
de verzekering der noodzakelijke veiligheid
voor Zuid-West-Nederland, middelen zullen
worden gevonden om ook het behoud der
oester- en mosselcultuur en handel in Zeeland
veilig te stellen en het is mijn vaste overtui
ging dat ,als allen van goeden wille zijn, een
oplossing gevonden moet kunnen worden. La
ten ook de voorstanders van het Deltaplan
hiernaar streven.
91