ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 3/4 van 1512 en van 5 November 1530. Vooral de laatste vloed, de St. Felixvloed, was een der ergste uit de geschiedenis. Hij vernielde heel Noord-Beveland, maar ook Saeftinghe en Kieldrecht. De dijken die nog stand hielden kregen de genadeslag op 18 en 19 April 15 31 Karei V greep in en onder toezicht van Jan van Zaamslag, kapitein van het land van Saeftinghe en baljuw Jan van Steeland, werd het herstel aangepakt. Het werk vorderde goed. Na de vloeden van 10 Maart en 1 November 1570 waren extra heffingen nodig voor dijkonderhoud. Vooral de laatste ramp was verschrikkelijk; drie dagen na nieuwe maan, springtij en Noordwesterstorm De vloed die 48 uren aanhield vernielde Hulsterambacht en Saeftinghe. Axel en Bier vliet overstroomden. In Antwerpen liep het water op het groen Kerkhof (de Groenplaats) en in de Lieve Vrouwekerk. Maar tóch pakte men het werk weer aan. „Uw volk werd groot in bloed en lijden, Het water scheurde polders stuk. Maar immer was er nieuw verblijden En 't volk werd één, in jong geluk." Toen kwam de Tachtigjarige oorlog. Tijd van onzekerheid, brandschatting, roof. Tijd van volkomen verwaarlozing van zee weringen, terwijl het water kwistig als ver dedigingsmiddel aangewend werd. Het wapen der inundatie! In 1583 werden de dijken van Saeftinghe doorgegraven ter verdediging van Vlaanderen tegen Parma. Begerig grijpt het water, wat in eeuwen ver overd werd. De sterke vervening van het Veense en Hulsterse moer, werkte dit nog in de hand. Enkele hoger gelegen streken bleven als landtongen uitsteken: Hulsterloo, Kieldrecht, Polder van Namen. In de jaren 1715 en 1717 ging Namen als laatste deel van het verdronken land voor goed ten onder. De Kieldrechtpolders waren reeds bedijkt in 1687, 1750 en 1784. De Melopolder dateert uit 1684 en de Wil lem Hendrik uit 1687. Pas in de 19de eeuw begon het definitieve herstel: Van 1805 1807: De Saeftingepolder ten N. van de Kieldrechtpolder. In 1847: de Louisapolder en de Prosper- polder. Deze namen zijn ontleend aan de familie van de hertog van Aremberg, die reeds eeuwen bezitter was door koop van de heer lijkheid Kieldrecht. De Van Alsteinpolder werd in 1852 bedijkt en bevloeide in 1906. De Koningin Emmapolder is van 1897 en de Hertogin Hedwigepolder kwam in 1907 aan de beurt. Zo werd dus nog niet de helft van de oude heerlijkheid op de zee veroverd! Aan de voet van Saeftinghe lag het aloude Hulsterloo, zo vaak genoemd in de regionale geschiedenis, in de Middeleeuwen beroemd als Maria-bedevaartplaats, later één van de sleu telnamen in de veelomstreden toponymie van de Reinaert. De naam van Hulsterloo vindt men voor

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1955 | | pagina 30