ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 3/4 Tijdens de godsdienstoorlogen van 1578 werden al de kostbaarheden van het Norber tijnerklooster te Hulsterloo door de hervor mingsgezinde regering te Gent in beslag ge nomen. Op 17 Juli verlieten de monniken Hulster loo en 3 Augustus werden het klooster en de kapel door de hervormers verwoest. z<) Januari 1381 werd alles verkocht voor 23 pond en 17 schellingen. Verscheidene malen o.a. in 1953 zijn bij opgravingen op de zg. Kapellenberg te Nieuw Namen, zware funderingen blootge- komen en heeft men geraamten opgegraven. Zo werd de verwoesting en het verdwijnen van de Norbertijnerabdij te Hulsterloo een symbool van het vergane en verdronken land. Dorpen vergingen met hun typische kerken, in de stijlvolle Scheldegothiek opgetrokken. A m Geen enkel nieuw dorp ontstond. Alleen het oude Hulsterloo hield de wacht aan de voet van de nieuwe polders. Vanaf Hulsterloo begon de herovering. Killen en kreken doorsnijden het land tot de Scheldedijk. Ruige, met fors riet begroeide sloten vormen de relieken van oude geulen Vruchtbare akkers geven grote wasdom al jaren. Maar meer polders roepen. De schimmen der oude Saeftinghers rijzen op uit het immense schorrengebied. Weer luiden de stormklokken der vergane dorpen. Want onze jonge boeren vragen land: spoe dig en veel! Schoon Saeftinghe waar de stilte voelbaar is en het waterwild een dorado bezit, waar de Ijskelder zijn diepe zoute vore snijdt door vruchtbaar land, is rijp! Rijp voor nieuwe cultuur! Zo kan de historie herleven. Niet in grillige arabesken van oude dijken door monniken opgeworpen tegen de zee, niet in grote Cister- cienserschuren, die de wijding hadden van torenloze kerken, maar in de efficiency van moderne zakelijkheid. Schoon Saeftinghe moet sterven: de phoe nix heeft zijn brandstapel bereid. Een enkele verlaten mosselschuit zal de Emmahaven trouw blijven en sterven als een vis op het droge. Aan de Noord zullen de boeren de schepen horen loeien als de mist het land gevangen houdt. Een grote arbeidzaamheid kan komen over dit nieuwe land, dat in zijn boezem de sporen draagt van de ontembare energie der oude be woners, rustend onder de jonge klei, die op jong leven wacht. Drs Louis Lockefeer Fragment van een kaart van Boudewijn Speelman, ver beeldend de Oudt Kildrecht, St. Anna, enz. in 1703 „opgemaakt uijt eene kaerte van groot Meerlemont van het jaar 1574". De kaart van Speelman berust in het Staatsarchief van Gent onder No. 726. Het fragment werd op ons verzoek gefotografeerd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1955 | | pagina 32