Het Deltaplan, de Zeeuwen en ik No. 3/4 ZEEUWS TIJDSCHRIFT zo slecht, dat de dijk bij hoge vloeden weg schuift. In weer andere gevallen loopt het wa ter als het door de storm m de nauwe zee gaten gedreven en hoog opgestuwd wordt, over de dijk, het tast dan de dijk van de bin nenkant aan, wat tot gevolg heeft dat er een gat ontstaat. Wanneer een dijkdoorbraak ont staat kunnen de gevolgen voor het achter lig gende land ernstig zijn. Het water heeft bij een doorbraak een zeer groot verval, omdat het land achter de dijk laag ligt als gevolg van de klink en het ontbreken van sedimen tatie sinds de bedijking. Door het grote verval ontstaat een zeer sterke stroom die het gat snel vergroot en het achterland sterk aantast. Door de sterke stroom is het gat ook moeilijk dicht te krijgen. Ons land wordt dus bedreigd doordat de dijken door het water ondermijnd worden, doordat de fundering van de dijken niet goed is en doordat de dijken te laag zijn. Vooral het laatste is hoofdzakelijk de oorzaak geweest van de watersnood 1953. Slotbeschouwing. Het bovengenoemd boek bevat zeer waar devolle gegevens voor de waterbouwkundigen. De kennis van de zeespiegelstijging is zeer toe genomen. Verkeerde berekeningen zijn aange toond en beter gefundeerde er voor in de plaats gesteld. Vooral met het oog op de kust- versterking en de grote afsluitingsplannen aan de kust, kunnen de hiervoor behandelde on derwerpen voor de technici van grote waarde zijn. A. DE VISSER, Stichting v. Bodemkartering. Van een vreesdat Zeeland als Zeeland ten onder zal gaan. DIT artikel preten deert in geen enkel opzicht een studie te zijn waarin gefundeerde oordelen gevormd zijn na grondige onderzoekingen. Het wil niets anders zijn dan een menselijke stem in het pro en contra van afdam ming van de zeegaten. De schijnbaar arrogante, egocen trische titel zult U dus met welwillendheid goed moeten verstaan. De 'ik' geeft zijn gedachten en impressies weer. Dat hij de vissers he lemaal niet noemt, vindt zijn oorzaak hierin, dat deze zelf in dit nummer aan het woord komen. Shakespeare schreef al over 'de mensen en hun schoon bestaan'De mens als geestelijk zelfstandig wezen, de mens met rede begaafd, de mens met geweten, aspi raties, gevoelens, gedachten, gewaarwordingen, intuïties en hartstochten. En dat 'menselijke' vindt men niet meer in de statistieken, om dat deze dor vergelijkend materiaal van hoeveelheden tonen, nooit bijv. publiceren hoeveel mensen in het jaar 1953 oprecht en volkomen hebben liefgehad. Dat de statistieken dit niet doen, is geen tekortkoming van deze statistieken. Maar het feit dat het 'menselijke' zo vaak tekort gedaan wordt, blijft. Vaak ook al in de weten schappelijke studie-objecten. HEBT U ooit gehoord dat een psychi sche test tot uitslag had: 'Deze mens is bestemd om oneindig lief te heb ben of om oneindig te haten? Deze mens is een profeet, een kunstenaar? Hij zal onsterfe lijke melodieën scheppen? Nee, de wetenschap gaat zo vaak het menselijke voorbij, dat de kunstenaar hierop wijzen moet. Maurits Dek ker schiep in zijn 'De Wereld heeft geen Wachtkamer' de strijd tussen de wetenschaps- 111

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1955 | | pagina 45