ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 3/4
mens en de moraal van het individu. Donn
Byrne, een Iers-Amerikaans schrijver zei eens
ongeveer het volgende: 'De geleerden zoeken
naar de duffe feiten, de dichters zoeken naar
het leven.' Ik zou er aan toe willen voegen:
zij die de verbondenheid met het leven ver
liezen, verliezen alles. Niet een statistiek is
overtuigend voor het leven van de mens, maar
zijn liefde, zijn haat, zijn religieus-zijn, zijn
heiden-zijn, zijn bewondering, zijn afkeer, zijn
geluk, zijn leed. Daarom neem ik in dit artikel
zo vaak mijn toevlucht tot schrijvers, omdat
die het innerlijke van de mens boven het uiter
lijke van de werkelijkheid stellen.
Pierre H. Dubois zegt in zijn essay Ver
kenning van de Mens': 'Wat is de dagelijkse
werkelijkheids'Welnu, de gewone tred-
gang van iedere dag die wij 'dagelijkse werke
lijkheid plegen te noemen, heeft eigenlijk met
de werkelijkheid niet zo heel veel te maken.
Het is, als men wil, een deel van onze werke
lijkheid, en het minst belangrijke deel. Het
voornaamste namelijk is onze intieme inner
lijke werkelijkheid, dat wat wij diep in onszelf
zijn. De rest heeft alleen belang voor de ver
houding waarin dit diepste wezen staat tegen
over de religieuze, sociale, politieke en andere
aspecten van de buitenwereld, die wij met
slordige gemakkelijkheid omdat ze concreet en
duidelijk aanwijsbaar buiten ons ligt, 'de wer
kelijkheid' noemen.'
Men gaat de tegenwoordige innerlijke mens
zo vaak voorbij, omdat het gemakkelijker is
aan te nemen, dat die innerlijke mens rijk zal
zijn, als zijn 'werkelijkheid' een dragelijke is.
Men is er bijna van overtuigd dat de mens een
redelijker geluk en een hoger geestelijk niveau
zal bereiken als zijn materiële omstandigheden
maar goed en gewaarborgd zijn. En deze ge
dachte, o.a. een uitvloeisel van Karl Marx'
historisch-materialisme, is voor mij onaan
vaardbaar, al ontken ook ik niet dat die uiter
lijke werkelijkheid invloed heeft op het inner
lijk van de mens. Laat ik U nog een voorbeeld
geven, de woorden zijn mij uit het hart ge
grepen: Men overstroomt U met cijfers voor
de woningbouw. We zijn haast allen geneigd
aan te nemen als ieder maar een onderdak
heeft, dat dan de woningnood voorbij zal zijn.
Doch het is een verkeerde gedachte. Minister
Witte is een man naar mijn hart, omdat hij
onlangs ongeveer het volgende verklaarde:
'Als mensen gelukkig zijn in vrijstaande hui
zen, moeten we ze vrijstaande huizen en geen
flats geven, al zou dat dan ook gaan ten koste
van veel cultuurgrond.' Het menselijke geluk is
belangrijker dan gezonde economische ver
houdingen, hoewel ik niet ontken dat er heel
vaak een correlatie tussen beide is. Maar ik
ontken wel dat geluk, innerlijkheid, geestelijke
rijkdom causaal volgen uit een bloeiende eco
nomische toestand.
Daarom is het wel aanvaardbaar, dat men
het deltaplan gaat uitvoeren uit menselijke
overwegingen (veiligheid) maar onaanvaard
baar omdat men het plan gaat verdedigen
door uitspraken als: het zal zijn geld opbren
gen (economisch gezien). Als het plan inder
daad een grotere veiligheid voor de bewoners
van de deltagebieden zal betekenen, dan doet
het niet meer terzake of het zijn geld zal op
brengen, of dat het millioenen zal kosten. Is
het offer van deze millioenen het doel waard,
dan is het best, ondanks de millioenen. Want
nog altijd belangrijker dan de economische
verhoudingen is de innerlijke menselijkheid
van een groep mensen. Dat die innerlijke men
selijkheid schade lijdt door een voortdurend
angstgevoel van een nieuwe ramp, neem ik
aan. Ik kan het niet bewijzen. Maar gaat men
inderdaad over tot uitvoering van het delta
plan, dan zal de eerste vraag waarop wij ons
moeten bezinnen, zijn: hoe zullen de bewo
ners van de deltagebieden deze enorme, plot
selinge verandering ervaren, ondergaan en
verwerken? Zijn zij geestelijk opgewassen om
in de veranderende omstandigheden te leven?
Hoe zullen ze als mens door deze enorme
complicaties heenkomen? Het zijn alle zulke
moeilijke vragen, dat elke belichting van het
probleem gesteund zal moeten worden door
voorbarige conclusies, door zeer subjectieve
112