Herstel der wilde plantengroei in geïnundeerd gebied ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 3/4 dat de Zeeuwen een zeer moeilijke tijd tege- moetgaan. Het nieuwe Zeeland zal niet Zeeuws meer zijn, hoewel het economisch ge zien vermoedelijk een bloeiperiode tegemoet- gaat. Maar wat is meer, materie of mens? Bo venal gaan mij de mensen ter harte. Ze zullen zich in een mensenleeftijd niet om kunnen schakelen en zich aan gaan passen aan de nieu we omstandigheden. Dat zal veel leed, veel verlies ten gevolge hebben. En de winst? Laat een ander die gissen. Laat ik eindigen met nogmaals Clare Len- nart aan te halen. Zij had zo weinig begrip van Zeeland, dat ze pillen tegen zeeziekte meenam, toen ze in Numansdorp aan boord ging en via Zierikzee naar Katse Veer voer. Maar in één dag begreep zij meer van Zeeland, het wonder Zeeland, dan honderd anderen in tientallen jaren onder woorden konden bren gen: 'En dat is dan Zeeland, de eilanden, een wereld die nog wijd is, omdat het evenwicht er niet door duivelse snelheden is verstoord.' VAN DER ZEE door A. de Visser aarde nu was woest en ledig." Gen. 1, vers 6. ZO was het bij de aanvang der wereld en zo is het nadat het water uit de overstroomde polders weer terug is in de zee! Het is een bekend verschijnsel, dat op het land, hetwelk gedurende geruime tijd door zeewater overspoeld is, alle plantengroei gedoemd is af te sterven. Onverschillig of dit tere, kruidachtige plantjes zijn of eeuwenoude bomen; „seawater kills them all"zei een Engelsman mij indertijd. De oorzaken als verdamping, ophopen van zout in de cellen, uitzetten en barsten van de celwanden zijn genoeg zaam bekend, zodat hierop niet nader behoeft te worden ingegaan. Wij hebben dit in de strijd om de bevrijding van Walcheren ervaren en in 1953 weer in helaas zeer grote gebieden in en buiten onze provincie. ONMIDDELLIJK na het droogvallen van bepaalde delen trekken deskun digen op landbouw- en bosbouwge- bied de polders in, nemen grondmonsters om de zoutgraad te bepalen, onderzoeken bomen en heesters om te zien welke meer of minder resistent tegen het zeewater bleken te zijn en de landbouwer krijgt advies welke gewassen wel en welke niet kunnen worden geteeld, de fruitkweker wordt voorgelicht of al direct bepaalde soorten vruchtbomen kunnen wor den geplant en welke houtgewassen voor windscherm al in het eerste jaar een kans van slagen hebben. Deze hulp en voorlichting wordt de eerste jaren zorgvuldig op weten schappelijk niveau volgehouden en er wordt maar weinig aan het toeval overgelaten. Hoe geheel anders is dit met de wilde plan tengroei! Niemand trekt zich daar iets van aan. Ze wordt aan zichzelf overgelaten, krijgt 116

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1955 | | pagina 50