ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 5
Wat doe je als welopgevoede jongedame in
zo'n geval? Die juffrouw met haar jaren
lange kleuterroutine ging nog wel, maar
die rare kerels? Enfin je bent op je hoede en
je zet je nog wat schrapper achter je schop,
't Gesprek was nogal eenzijdig, want alle vra
gen van "Daag- vind je 't leuk, al die he
ren"? of "van wie heb je die mooie rok en
die leuke bruine ogen"? drijven de conversatie
in een richting, die je als jongedame met enig
zelfrespect, niet kunt accepteren. Je zoekt dus
naar een neutraal antwoord, dat koel genoeg
is om die oude kerels af te schepen, maar vol
doende vriendelijk blijft, om die aardige juf
frouw nog even aan 't lijntje te houden. Dat
kost tijd, tot je opeens de enige juiste reactie
vindt: "ik heb een schop", 't Leek een dreige
ment, maar 't was niet anders dan het consta
teren van een belangrijk feit, want wat kun
je op een opbouwdag in Stavenisse beter heb
ben dan een regenjekker met knielaarzen en
een schop!
Er zijn die dag belangrijker redevoeringen
gehouden, waarvan U kennis hebt kunnen ne
men door dagblad en radio. Dit tijdschrift
verschijnt niet zo dikwijls, dat het dergelijke
actualiteiten op de voet kan volgen en moet
dus volstaan met vaststellen dat alle dank en
complimenten, elegant werden teruggewuifd
met de mededeling dat men niets anders deed
dan datgene wat men te doen vond. Dat heeft
een gladlopende machinerie doen ontstaan,
waaruit dit nieuwe Stavenisse is geboren.
Eleeft het zm over dat nieuwe Stavenisse een
oordeel te geven? Het is ruim en fris en licht;
de riolering draagt de keur van het RIZA en
elk huis heeft z'n eigen douchecel; het is strak
en welgeordend; 't is zelfs onder de huidige
omstandigheden niet eens duur en het heeft
een zeer bepaald eigen karakter al zien we de
huizen min of meer gevarieerd, vrijwel overal
in Nederland, ontworpen als ze zijn, binnen
het raam van Centraal gegeven "wenken" en
dito vastgestelde kubieke meter prijzen.
Waarom zullen wij het oordeel over an
dere waarden dan techniek, hygiëne of eco
nomie, niet opschorten tot de tijd die waar
den wat duidelijker heeft geformuleerd. Als
het ons verwondert, dat onze zeer gecom
pliceerde samenleving kans heeft gezien om
in een paar jaar dit dorp te herbouwen tot
een gaaf geheel, moeten we bedenken dat
er uit de ellende van een watersnood een
good-will werd geboren, die als een kataly
sator alle onderscheiden activiteiten in onze
maatschappij heeft gericht naar dit doel.
Als ge nu over Tholen al die draglines
ziet, die het eiland herverkavelen, denkt ge
onwillekeurig aan de slotstrofe van de Bal
lade van de Watersnood van Weremeus Bu-
ning:
Heer God, wanneer de dijken breken,
van Halsteren tot aan Cadzand,
Leren wij U opnieuw te smeken
Erkennend Uwen afgezant:
"Maak straks de leewerik weer wakker,
die zingt boven herstelden akker,
Dat wij zijn allen in Gods hand.
Als er wat meer van die good-will was, zou
de machinerie van onze samenleving ongetwij
feld beter lopen, maar waarom moet er in
vredesnaam een watersnood zijn, om die good
will op te brengen? Zou het misschien kunnen
zijn, omdat het zo erg moet worden om te be
seffen, dat we in Gods hand zijn?
Onze persoonlijke verantwoordelijkheid ligt
in het heden want de toekomst kennen we
"niet en het verleden kunnen we niet veran
deren.
"Helpt nu Uzelf zo helpt U God" zegt het
geuzenliedboek en in Stavenisse zegt een kleu
ter "ik heb een schop"!
Laten we maar rustig aan het Deltaplan be
ginnen.
G. 't H.
152