ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 5 Adviesraad, waarin ook Zeeuwsch-Vlamingen zitting hebben, voorts het Landjuweel, het feit dat de Z.L.M. een R.K. schrijver een opdracht had gegeven een openluchtspel te schrijven, enz. „Wij moeten trachten de aanwezige mogelijkheden samen te vatten, daarbij overtuigd zijnde van de grote verschillen in dit gewest. Waarom is bijvoorbeeld Limburg een eenheid? Omdat daar eenheid is van religie en historie. Maar in Zeeland is dat niet aanwezig, een om standigheid, waarmee men rekening moet houden." De heer Verburg trok de lijn tenslotte nog door naar de vakgebieden, eveneens compo nenten in de Zeeuwse samenleving. Telkens moet men hier zoeken naar een maximale binding, die op cultureel terrein anders, waarschijnlijk „minimaier" ligt dan op industrieel, agrarisch of verkeersgebied. Ook de sociale of planologische categorieën hebben weer een ander vlak. Uiteraard neemt men hier dit zoeken naar binding waar b.v. in het Zeeuwse Landbouwschap, in de planologische ordening, de Zeeuwse Volksuniversiteit of het Zeeuws Tijdschrift. Men zou het echter bewuster kunnen doen. -K ZIEDAAR de kern van deze discussie: het Zeeuw-zijn betekent erkennen, dat hier abso lute maatstaven ontbreken en dat men altijd opnieuw moet zoeken naar datgene wat bindt. Maar dat geldt niet alleen voor de Zeeuwsch-Vlaming, maar ook voor de Schouwenaar en de Duivelander, ja ook voor de Goesenaar en de Middelburger! HET verdere van het debat leverde weinig nieuwe gezichtspunten op, maar was voor de Zeeuwsch-Vlamingen soms aanleiding tot een zekere openhartigheid Hieronder nog enkele opmerkingen: De heer C. Vercauteren, Hulst: „De Zeeuwsch-Vlaming is eigenlijk negatief ingesteld. Wij blazen niet hoog van de toren om in overig Zeeland en Nederland aandacht voor onze pro blemen te vragen. Misschien moeten wij wat meer zelfbewust worden." De heer Em. Schelfhout, Vogelwaarde: „Of wij nu eerst Nederlands of Zeeuws denken dit laatste zeker niet! doet mijns inziens niet veel ter zake. Hoofdzaak is dat onze bevol king er beter van wordt." Drs Th. Adriaansens, Hulst: „Inderdaad is er grote verscheidenheid in Zeeland, ook in Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen. Toch is het gevoel van achteruitstelling vaak heel sterk." De heer J. Scheele, Boschkapelle: „De Zeeuwsch-Vlaming is een gevoelsmens. Wij lopen niet naar Den Haag met vlaggen en vaandels en het gezag wordt hier sterk gerespecteerd. Maar als zoals met onze busdienst gebeurde een recht tot bij de Kroon moet worden bevochten, dan grieft ons dat diep. En wij vragen: waarom is de afsluiting van de Wester- schelde niet in het Deltaplan betrokken?" .V. ZEEUWS-, NEDERLANDS-, OF BRABANTS-V LAANDEREN? Moeten de slotaccoor- den van dit verslag eveneens in mineur worden genoteerd? Dat is niet nodig, lijkt ons, omdat men toch wel mag vaststellen, dat het adjectief „Zeeuws" werkelijk betekenis heeft, maar men zal moeten oppassen om deze betekenis niet aan te tasten door teveel Zierik- zees, Thools, Goes', Middelburgs, Vlissings, Vlaams te denken. Men zal zich steeds dienen te realiseren, dat dit gewest een huis is, dat bewoond wordt door meer dan één bewoner. Be woners, die samen één gezin vormen! 156

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1955 | | pagina 28