ABTEN kwamen en gingen. Zij groeiden
in macht en aanzien en ontvingen gas
ten, die behoorden tot de wereldgroten
uit die dagen. Het thans verdwenen hoofdge
bouw werd te klein, begrijpelijk overigens,
want het was niet al te groot en had slechts
een geringe diepte. Men ging daarom bouwen
tegen de westelijke buitenmuur en ook daar
van heeft men allerlei kenmerken ontdekt. Er
bestaat namelijk enige overeenkomst tussen de
gevel, die hier aan het kasteelplein werd op
getrokken, met die van de Noordgevel van
het Balanspoortgebouw en van het schaliën-
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 6
kwam in de middeleeuwen op het kasteelplein
uit
Er is maar weinig fantasie voor nodig om
te begrijpen waarvoor zij dienden: strek de
beide armen eens uit en het is alsof ge een
misdadiger uit dat grijze verleden zijt, met
kettingen aan de ringen vastgeklonken. Bui
ten klinkt het gekletter van wapens en har
nassen en in het vertrek boven de kelder hoort
ge de wacht van het kasteel.
huis in de Abdij. Op grond daarvan mag men
vermoeden, dat abt Floris Aerts van Schoon
hoven deze vergroting van Westhove aan de
noordwestelijke kant in de eerste helft van de
16e eeuw heeft laten aanbrengen. Wellicht
heeft hij er wat meer geld voor over gehad
dan de latere abt Mathias van Heeswijk,
want Floris deed de muren versieren met zo
genaamde spekbanden, terwijl Matthias, die
verder ging met de uitbreiding in Zuidweste
lijke richting, het veel eenvoudiger liet doen.
Op het huidige binnenplein kan men dat dui
delijk zien in de Noordwestelijke hoek: rechts
Floris, links Mathias.
Misschien ook was Mathias meer voor een
fraai interieur te vinden, want dat schijnt bij
zonder goed in orde te zijn geweest. Bisschop
Nico!aas de Castro, door Granveile in 1561
te Mechelen gewijd, arriveerde in de winter
van 1562 in het kasteel en schreef er opgeto
gen over aan een Utrechtse vriend. Hij was er
zeer mee ingenomen, vooral ook met de vor
stelijke inrichting.
in de Noordwestelijke hoek: rechts Floris,
links Mathias.
176