Opkomend Agrarisch Liberalisme^ ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 6 Een Zeeuws rekwest van 1839 aan de Koning REKWEST Aan Zijne Majesteit, den Koning, aange boden door landbouwers in Zuid-Heveland over bet afkopen der tienden of het veran deren derzelve in grondrenten, met eene op helderende memorie. Sire De ondergeteekenden, alle land bouwers 01 zien met uen xanuoouw bezig nouaenae in net enand Zuiu-Beveiana, provincie Zeeland, nemen ae vrijnexu zien met ver- scnuiaiguen eeroied tot "Uwe Ma jesteit te wenaen, ten einae voor ziening te verwerven omtrent een ge wig Lig oezwaar, aat nunne in dustrie oiijit aruKken. Dit Dcstaat in ae voortduring van net tienu- regt. De landbouw is meest in han den van zoodamgen, welke min dere gescniKtheid heoben, om drukkenue bezwaren voor den troon uwer Majesteit te brengen. Ware dit niet het geval, zoo zoude Uwe Maj. gewis uit alle oorden van ons vaderland op het drin gendste gesmeekt zijn om ophef- nng van een bezwaar, hetwelk de ontwikkeling van den landoouw in den weg staat; terwijl handel en fabrieken hunne stem luid ver heffen, wanneer iets hunnen voor spoed mogt kunnen benadeeien, zwijgt de landbouwer onder het dragen van eenen last welke ieder anaer maatschappelijk bedrijf zou de vernietigen. De ondergeteeken den smeeken Uwe Maj. niet naar dit stilzwijgen te willen afmeten de belangstelling in de opheffing van een zoo gewigtig bezwaar ais de heffing der tienden; die belang stelling is algemeen, en bij het toenemen van gezonde begrippen nopens den eigenlijken aard en de werking der tienden wordt die belangstelling dagelijks grooter. De bepalingen in het nieuwe wet boek ten aanzien der novale tien den zijn door de landbouwers (want van grondeigenaren wordt hier niet gesproken) als eene wel daad beschouwd, en als eene nieu we schrede tot vooruitgang is de bepaling aangemerkt, waardoor de tienden van het domein, aan de Maatschappij van Volksvlijt be- hoorende, af koopbaar zijn gesteld. Hoe gaarne had men dezen maatregel ook op tienden van het domein aan het Amortisatie Syn dicaat komende uitgestrekt gezien! Gelijk men in ieder ander maat schappelijk bedrijf de vruchten van zijnen arbeid mag genieten, zoo ook wenschen de ondergetee kenden, dat zij behoudens schade loosstelling der tiend-eigenaren de vruchten van hunne vlijt en van hun industrie-kapitaal alleen mo gen plukken en dat niet, naarmate de landbouwer meerdere kunde, meerderen arbeid en meerder ka pitaal aan zijnen grond besteedt, een ander zich in eene drukken dere en meer onregtvaardige ver houding het grootste gedeelte van HET hiernevens afgedrukte rekwest van 1839, aan geboden aan Koning Willem I door landbouwers in Zuidbeveland, is een interessant stuk uit de land- bouwgeschiedenis van Zeeland. De schrijver ervan is volgens Prof. P. J. Bouman (Geschiedenis van den Zeeuwschen land bouw, waaraan enkele feiten zijn ontleend) I. G. J. van den Bosch, die na zijn vader de tweede directeur van de Wilhel- minapolder was. Van den Bosch Sr was één der aandeel houders van de burgerlijke maatschap, die in 1809 het om streeks 1530 verzwolgen schorrengebied ten noordoosten van Goes deed bedijken. Het was de bedoeling, dat er slechts van een tijdelijke belegging van handelskapitaal sprake zou zijn, maar toen de tijden niet verbeterden Napoleon hield nog steeds het Continentale Stelsel van kracht besloot de maat schap de exploitatie zelf ter hand te nemen en werd de be kwame G. J. van den Bosch de eerste directeur. Aldus kwam de Wilhelminapolder, genoemd naar de gemalin van Willem I, tot stand. Het jaar tevoren had de Zeeuwse Commissie van Landbouw, een ambtelijke instelling, waarmee Lodewijk Napoleon de landbouw deed dirigeren, een soortgelijk rekwest ingezonden, maar de liberale initiatiefnemers hadden hierin niet veel vertrouwen gesteld. Willen wij dit verzoekschrift goed begrijpen, dan zullen wij het moeten plaatsen tegen de achtergrond van de tijd. In het tijdperk 18201850 gaf de landbouw slechte financiële resul taten. Na 1819 daalden de prijzen van de gewassen bijzonder sterk; de jaren 1824 en 1836 waren wel de ongunstigste. De malaise was toe te schrijven aan de invoer van goedkoop graan uit de Baltische landen en vooral uit Zuid-Rusland en daarnaast aan de algemene verarming in ons land. De zijn zweet kan toeëigenen. De wensch der ondergeteekenden, Si re! zoude gemakkelijk bereikt worden door eene verandering der tienden in vaste grondrente vol gens de opbrengst der 15 of 20 laatste jaren, tot welks betaling aan de tiend-eigenaren hetzelfde hypotheek op de vruchten werd toegekend, als zij nu bezitten. Door dezen maatregel zouden de tiend-eigenaren in geenen deele benadeeld worden en de landbou wers daarentegen eene weldaad genieten, welke de gewigtigste ge volgen op de volkswelvaart uit oefenen moet. De ondergeteekenden hebben de gronden, welke, zoo zij vermee- nen, de billijkheid van hun ver zoek boven allen twijfel verheffen, in de nevensgaande memorie ont wikkeld, en smeeken Uwe Majes teit, om deze gewigtige aangele genheid in ernstige overweging te willen nemen, opdat zoodanige wettelijke bepalingen worden daargesteld, waardoor de land bouw behoudens schadeloosstelling der tiend-eigenaren ontheven zal geraken van het bezwarende der heffing van tienden; een nieuw tijdvak van voorspoed en vrije ontwikkeling zal door dit voorregt geopend worden, en de volkswel vaart daardoor grootelijks toene men. 't Welk doende enz. 180

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1955 | | pagina 22