Zeeuws Tijdschrift
J. VAN DEN KERKHOFF
Sociale en culturele nazorg
in de herverkavelingsgebieden
N U M M E R 6 5 e JAARGANG 19 5 5
DE technische werken verbonden aan de herverkaveling van
Schouwen-Duiveland, Tholen, de Zak van Zuid-Beveland
en Waarde vorderen langzaam maar zeker. In vele gebie
den loopt het herstel ten einde en worden de nieuwe lijnen van het
landschap duidelijk. Over enige jaren zullen waterstaatkundig en
landbouwkundig de herverkavelingsgebieden een nieuw aanzien
hebben gekregen.
Bij leidinggevende personen en organen wint het besef steeds meer
veld, dat met dit herstel de kous van de herverkaveling nog niet af
is. Het is namelijk duidelijk dat door de diepe ingreep, die de her
verkaveling teweeg brengt in het leven van de Zeeuwse bevolking
verschillende problemen op sociaal en cultureel gebied ontstaan. Aan
dacht aan en zorg op deze terreinen reeds tijdens de herverkaveling
én daarna is dan ook een dringende eis, wil men uiteindelijk kunnen
spreken van gezonde toestanden in de herverkavelingsgebieden.
De heer J. van den Kerkhoff is tijdelijk ge
detacheerd geweest bij de Herverkavelingsdienst
in Zeeland en heeft daar een studie gewijd aan
de sociale en culturele nazorg. Wij hebben hem
gevraagd hiervan een samenvatting te geven.
Gezien de naar voren gebrachte stellingen leek
liet ons juist hierop een commentaar te plaatsen
van de hand van Drs J. Knibbe, secretaris van de
Christelijke Boeren- en Tuindersbond in Zeeland.
Redactie.
Een beschouwing van de levensomstandig
heden van de bevolking der herverkavelings
gebieden leert ons in de eerste plaats dat de
gemiddelde bevolkingsdichtheid (112 mensen
per km2) ver beneden het Nederlandse gemid
delde (326) ligt. Vooral op Schouwen-Duive
land en in de Zak van Zuid-Beveland zijn
Levensomstandigheden van de bevolking.
daarbij de woonkernen klein, zo zelfs dat op
Schouwen-Duiveland verschillende dorpen
door evacuatie en ramp tot beneden het be
staansminimum zijn gereduceerd. Het ontbre
ken van kernen van voldoende grootte werkt
uiteraard remmend op de ontplooiing van het
maatschappelijk en culturele leven.
161