ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 6
Naar ruwe schatting zal het aantal ver
huizingen in de herverkavelingsgebieden on
geveer 300 bedragen. De problemen, die met
deze verhuizingen gepaard gaan, zullen dus
een belangrijk onderdeel vormen van de alge
hele sociale problematiek. Het kernprobleem
in deze is de reactie van de verhuisden op het
verbreken van de dorpsgemeenschap. De boer,
die het grootste gedeelte van zijn tijd op het
bedrijf werkt, zal deze verandering minder
voelen dan zijn vrouw en kinderen. Alleen
's Zondags en in de wintermaanden zal hij bij
bezoek aan kerk en verenigingen de handicap
van de grotere afstand ondervinden. Vooral
in de begintijd zal dit aanleiding zijn om kerk,
verenigingen e.d. minder frequent te bezoeken
dan hij vroeger gewoon was. In sommige ge
vallen hoort men dat diegenen, die gewend
zijn aan het wonen buiten de bebouwde kom
men, zich minder gauw dan de dorpsbewoners
laten afschrikken door slecht weer, duisternis
e.d. om toch naar het dorp te gaan. Het zal
de vraag zijn of zij, die woonachtig waren in
de kom en "snel even konden overwippen",
onder de nieuwe omstandigheden even gemak
kelijk er toe te bewegen zullen zijn hun boer
derij te verlaten voor vergaderingen e.d..
Voor de vrouw ligt dit probleem er dage
lijks. Zij was gewend elke dag haar bood
schappen in het dorp te doen en daarbij tevens
in staat buren en andere dorpsbewoners te
spreken, het laatste dorpsnieuws te horen. Bij
ziekte of andere gezinsmoeilijkheden was het
gemakkelijk hulp van iemand uit het dorp te
krijgen enz.. Evenals voor haar man gelden
ook de afstandsbezwaren bij kerk- en verga-
deringsbezoek. Zij zal b.v. moeten leren hoe er
efficiënt inkopen kunnen worden gedaan, op
dat zij b.v. niet tweemaal per dag naar het
dorp behoeft. Vooral voor de kleine kinderen
is vaak de afstand naar de school vrij groot.
Uitgestrekte gebieden liggen b.v. meer dan
2 km van een openbare school af.
De algemene tendenz zal bij de verhuizin
gen in ieder geval zijn: de individualisering
van de boer. Bij saneringsgevallen zal deze
tendenz nog worden versterkt, doordat nu de
boer minder afhankelijk is.
In vele gevallen zullen de boeren in de her
verkavelingsgebieden andere percelen in eigen
dom krijgen dan zij hadden voor de ramp.
Hoewel de verknochtheid aan de eigen grond
in de meeste gebieden niet zo sterk is zal in
individuele gevallen deze eigendomsverande-
ring toch met zeer veel moeite aanvaard wor
den. Vooral in de categorie van de kleine boe
ren kan daardoor de toedeling strubbelingen
geven. De mogelijkheid bestaat dat er princi
piële Christelijke bezwaren tegen een derge
lijke toedeling naar voren worden gebracht.
Bij velen zal dit echter een dekmantel zijn
voor vermeende ondergane onbillijkheden. Bij
het merendeel der streng orthodoxe boeren
heeft namelijk het materialisme een niet ge
ringe invloed.
Onder het hoofd sanering zijn vele proble
men op sociaal gebied samen te brengen. Di
rect of indirect heeft de sanering invloed op
de gehele bevolking van de herverkavelings
gebieden. Naar schatting zullen ongeveer 800
bedrijven in aanmerking komen voor sanering,
wat de grote invloed zou kunnen verklaren.
Wanneer wij nagaan hoe de bedrijven die
nu voor sanering in aanmerking komen, ont
staan zijn, blijkt dat deze voor het merendeel
tot stand gekomen zijn door geleidelijke aan
koop van stukjes grond door landarbeiders,
die tenslotte daardoor kleine boer geworden
zijn. Het overige deel dankt zijn ontstaan aan
de splitsing van grotere bedrijven. De indruk
is sterk dat vooral bedrijven van omstreeks
10 ha zo ontstaan zijn, maar dat de neiging
tot splitsing bij bedrijven beneden 10 ha klein
was.
De boer, die zijn bedrijf gesaneerd ziet wor
den, moet zich in de eerste plaats landbouw-
technisch aan de nieuwe toestand aanpassen.
Kon hij voorheen ook in het oogstseizoen het
werk alleen met zijn gezin aan, wellicht zal
164