No. i
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
vestingwal in gewelfvormen; het jaartal staat
er nog te lezen voor een deel in de an
kerijzers. De stad gebruikt de ruimten als op
slagplaats. In Schiedam zal een straat ver
breed worden en de reeds sterk verknoeide
molen doen verdwijnen. Men ziet er nog het
kanaal onderin het huis, en twee stadswapens
gebeeldhouwd boven de twee ingangen naar
het kanaal.
HET bassin dat als reservoir voor de mo
len diende, vormde meestal het achter
ste gedeelte van een haven en werd
reeds gebruikt als "spuiboezem" of "spuikom"
of „houwer" om de haven door de kracht van
de ebstroom schoon te spoelen. Zulke bassins
zijn er vele op de eilanden, o.a. op Schouwen-
Duiveland, waar echter geen enkele getijmo
len gevonden werd misschien omdat de
plaatsen te klein waren. Sommige molens heb
ben zeer lang gewerkt: een zestal 300 jaar,
Bergen op Zoom 400 jaar, Tholen 550 jaar.
Die van Reymerswaal moest wel ophouden
toen de stad verzwolgen werd. De laatstge-
bouwde molen is die van Delfshaven in 1598.
De molen van Gouda nr. 1 heeft als laatste
nog gewerkt in 1938. Het allerlaatste werd de
getij-energie gebruikt in Schiedam in de vorige
oorlog: met een primitief rad werd electrici-
teit opgewekt voor een werkplaats die in de
molen stond.
Van de zeldzame beschrijvingen, waarin
getijmolens iets uitvoeriger worden besproken
vond ik er twee uit de oude tijd. De predikant
en rector Gargon schreef in 1717 over Vlis-
singen: "Daar, voor ons, is de Koornmolen,
die van 't Zeewater bewogen van ebb en vloed
gaat, en de zwaare balken doorlaat in 't Mo
lenwater, om op den Molen gezaagt te wor
den. Ewoud ter deure intredende zag de groo-
te water-vattende raderen, die met groot ge-
druisch en nog grooter snelheid omgedreven
twee groote steenen bewogen, en op een stille-
gaanden steen het graan braken: nevens de ra
deren zag hij een groot vierkant open daar
een zwaare balk doorschoot. Die balk volgt
den stroom, en loopt in 't Molenwater, daar
het water door een schotsluis of deur gestuit
word, als 't hoog genoeg is opgelopen; thans
schiet het weder terug en in Zee, en gaat dus
van ebb en vloed, (hij beschrijft ook de water
molen voor het dok, maar dit was een ros
molen voor 3 paarden.) Ewoud is één van de
5 fictieve jongelui die Gargon het uitstapje
laat beschrijven. Smeaton, de bekende Engelse
ingenieur en molenbouwer, bezocht ons land
in 1755. In zijn reisboek, dat in 1936 pas
ontdekt werd, schrijft hij over de getijmolens
in Middelburg en Bergen op Zoom: .the
mill wheel is a ground-Shott of 20 feet high
and 5 feet wide with floats about 20 Inches
wide and pointed right to the centres. The
shaft which is a very heavy one lays upon
the whole timber at each End and upon an
other bearing in the Middle, which must cause,
not a little friction." This morning at 5 I
Middelburg. Uit Smallegange (1696).
Aan het eind van de Grachtmolen nr. 2
bij de Stadsschuur.
21