ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 2 is echter meer. Zo zal van de notaris worden verwacht dat hij bij boedelscheidingen zoveel mogelijk zal trachten partijen te bewegen een goede kavelindeling te handhaven. OP enkele punten kunnen er natuurlijk wel „oneffenbeden" optreden. Het was de beer Buddingh, die in dit ver band de gemeentelijke sociale verzorging aan sneed. In een van de Tboolse gemeenten na melijk beeft men het verbod opgeheven om vee binnen de bebouwde kom te houden. Zo trof hij in een dorp een mestvaalt aan, waarop een dode kip lag, overdekt met vliegen, terwijl daarboven een juist geslacht varken hing. Het ware wellicht wenselijk, dat meer aandacht door de gemeentebesturen aan deze problema tiek werd geschonken. Dokter Kugel wees op het verband: bebouwde kom-vee-mest- vliegen-overbrenging van ziekten - explosies van besmettelijke ziekten. Als bepaalde hy giënische voorzieningen uitvallen, zoals bij voorbeeld tijdens de ramp de waterleiding, dan is er een grote kans op besmettelijke ziekten. „De varkens in een dorp vormen een moei lijk probleem" verzuchtte burgemeester Van den Bos. „Het verzorgingspeil op Tholen is inderdaad wat achtergebleven. Men heeft misschien wat te veel aan het idee van de gezagsstaat vastgehouden, die zich niet heeft te bemoeien met verzorgingsproblemen. Voor kleine landbouwers is het houden van varkens aantrekkelijk, vooral met het oog op de be drijfsvoering. Een verbod om varkens in de bebouwde kom te houden moet uitgaan van de gemeenteraad, maar die bestaat meestal uit diezelfde kleine landbouwers. Misschien kan hier de inspectie van de volksgezondheid iets doen?". De heer Hage wees er op, dat de verhoudingen vroeger nu eenmaal anders lagen dan tegenwoordig. Destijds was er de beruchte vermenigvuldigingsfactor, er was geen geld beschikbaar voor diverse voorzie ningen. Wellicht is daardoor het verzorgings peil wat achtergebleven. Doch ook op dit ter rein worden langzamerhand de scheve zaken rechtgetrokken: hoeveel rioleringen zijn er de laatste jaren niet aangebracht en verbeterd volgens moderne inzichten? MIN of meer verbandhoudend met deze hygiënische zaken kwam ook nog het woningvraagstuk ter sprake, waarbij vooral de krotwoningen een onderwerp van bespreking vormden. Er werd op gewezen, dat op Tholen een eigen woning veel voorkomt en dat daarom de tweekamerwoningen meestal als krotwoning aangeduid in de meeste ge vallen zeer goed onderhouden zijn. Men stelde in het verleden overigens niet zulke hoge eisen aan een huis en daardoor kon het gebeuren, dat bijvoorbeeld in 1914 de eerste woningwet woningen in St. Maartensdijk reeds bij de bouw achter waren, vergeleken bij wat elders werd verlangd. Maar deze mentaliteit van eeuwen-her „de woning is niet zo belangrijk" begint zich langzamerhand te wijzigen en vooral de jonge generatie, beïnvloed door evacuatie en ook door de militaire diensttijd, vraagt nieuwe huizen. Dit is alweer een kwes tie van voorbeelden. Er trokken bovendien vroeger altijd velen van het eiland weg om elders te werken en te wonen, zodat aan uit breiding van de eigen woningvoorraad geen behoefte was. Er werd daarom weinig ge bouwd en men had plaatselijk dus geen goede voorbeelden bij de hand. Dokter Kugel wees er nog op dat de landarbeiders altijd slechte woningen gewend zijn geweest. Mevr. Geuze tekende daarbij aan overigens niet vergoe lijkend dat dit' op Tholen niet erger is dan elders, maar bevestigde daarmee stil zwijgend deze stelling. Overigens moet men de woningcultuur niet losmaken van de bijbehorende beschavingsfacetten. Zo besteedt de Tholenaar in het algemeen veel aandacht aan de kleding, is zijn spaarzin groot en zijn eten goed verzorgd. Wat het a-sociale gezin betreft, dit wordt veel meer dan in de stad gedragen, geneutraliseerd door de dorpsge meenschap. Ook hier is een keer ten goede waar te nemen, vooral door de bouw van goede woningwetwoningen. Het betalen van 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1956 | | pagina 10