Tholen in beweging No. 2 ZEEUWS TIJDSCHRIFT Op 18 april j.l. organiseerde het Zeeuws Tijdschrift in Tholen een discussie bijeenkomst over het onderwerp „THOLEN IN BEWEGING" Deze bijeenkomst was de derde in een serie. De eerste was gewijd aan het Deltaplan (zie Landaanwinningsnummer 1955); tweede behandelde de positie van Zeeuwsch-Vlaanderen ten opzichte van overig Nederland en Zeeland (zie no 5, 1955). De groep stond onder voorzitterschap van de redactie-secretaris van het Zeeuws Tijdschrift Drs. M. C. Verburg te Middelburg en telde de volgende deelnemers: W. L. Blindenbach, notaris te St. Maartensdijk, J. van den Bos, burgemeester van St. Annaland, Ir. J. Buddingh, lid bureau Herverkaveling Tholen, K. van Dijk, hoofdinspecteur-directeur van het Districtsbureau voor de arbeidsvoorziening te Middelburg, Ir. M. A. Geuze, voorzitter Z.L.M., te Poortvliet, Mevr. E. Gcuze- Starke te Poortvliet, Mevr. J. W. van Gorsel-Van Westen, ex-voorzitster afd. Tholen van de Bond van Plattelandsvrouwen, te Oud-Vossemeer, A. L. Hage, wet houder van St. Maartensdijk, C. P. Kant, directeur van de lagere technische school te St. Maartensdijk, A. A. Kugel, arts te Poortvliet, E. Ph. Nieuwkerk, banket fabrikant te Poortvliet, Mej. A. Paling, maatschappelijk werkster te Scherpenisse, Drs. L. Turksma, socioloog bij de Stichting Zeeland voor Maatschappelijk en Cultureel Werk te Middelburg. Aan de hand van de notulen van Drs. G. J. Baarspul te Middelburg is het volgende verslag opgesteld door de heer G. A. de Kok, redactie-lid van het Zeeuws Tijdschrift. ER SCHIJNT EEN „PROBLEEM-THOLEN" TE BESTAAN. Daarover wordt althans vrij veel geschreven en gesproken en vaak worden daarbij wijze hoofden wat droevig geschud. Want het is allemaal niet gering, waarmee men op dit eiland worstelt: her verkaveling, werkloosheid, vrijwel géén industrie, en vooral ook aanpassingsmoeilijkheden bij de bevolking. Tenminste, deze zaken komt men herhaaldelijk tegen in recente publikaties over het eiland, zodat een buitenstaander die dit alles leest, wel moet concluderen, dat er ook ir. eigen land achtergebleven gebieden bestaan Maar de mensen, die dagelijks hebben te maken met dit kleine stukje Zeeland, dat door ten smalle brug is verbonden met het vasteland van Brabant, zijn soms minder pessimistisch en hebben vaak drie, vier of meer voorbeelden bij de hand, waaruit blijkt dat op Tholen toch niet alleen achterstand en moeilijkbeden heersen, maar dat integendeel dit eiland op menig gebied géén gek figuur slaat. EN toch: er schijnt een probleem-Tholen te zijn. Daarover nu heeft men in de stad Tholen gesproken tijdens een bijeenkomst, die hier door de redactie van het Zeeuws Tijd schrift was belegd. Een bijeenkomst, zoals et- in het afgelopen jaar meer zijn geweest in andere delen van Zeeland en die ten doel hebben te trachten de Zeeuwse inzichten in vraagstukken van het eigen gewest te ver diepen. Een discussie-bijeenkomst in Tholen dus. Waar al direct de moeilijkheden voor de be volking ter sprake kwamen om zich aan de veranderde en nog altijd veranderende om standigheden aan te passen. Is er niet veel wat rond dit aanpassingsproces naar voren wordt gebracht overdreven? Voorzitter Ver burg redactiesecretaris van het Zeeuws Tijdschrift stelde deze vraag, mede naar aanleiding van een artikel in een vorig num mer door de heer Van Kerkhof over de her- verkavelingsgebieden. Over het antwoord op 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1956 | | pagina 7