Johan Hendrik van Dale 1828-1872
No. 3/4
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
Een eenzame op de voorpost
van Noord-Nederlands beschavingsgebied
door G. J. van Oorschot
ENIGE jaren geleden vond op de stadswallen van Sluis een bescheiden herdenking plaats
van Johan Hendrik van Dale. Het was bij gelegenheid van het negentigjarig bestaan van
de plaatselijke rederijkerskamer „De Oranjebloem", die destijds her-opgericht was
door Van Dale. De kamer kon beschouwd worden als een voortzetting van „De Distelbloem",
die uit de middeleeuwen stamde. „De Distelbloem" was aanwezig op het landjuweel van
Antwerpen in 1496 en speelde toen „Dat Godt menschelijck vleesch ontfinck".
De belangstelling van Van Dale voor taal en historie van zijn geboortestreek heeft onge
twijfeld geleid tot heroprichting van de rederijkerskamer. De leden kwamen in de raadszaal
van het oude stadhuis bijeen, zij lazen er eikaars stukken proza en poëzie voor en luister
den aandachtig, onder het genot van een gouwenaar. Nu en dan trad de groep voor het pu
bliek op.
Na de dood van Van Dale werd de rederijkerskamer geleidelijk aan een toneelvereniging,
die in het gezelligheidsleven een belangrijke rol speelde, maar die toch eigenlijk wel heel ver
van zijn oorspronkelijke opzet verwijderd is.
Van Dale werd in Sluis geboren en hij is er overleden. Hij kreeg er de eerste lessen en hij
werd op latere leeftijd onderwijzer aan dezelfde school, waar hij eens in de banken gezeten
had. Hij heeft de streek nooit verlaten, maar de wereld, waarin hij leefde, was ruim: het was
die van de wetenschap.
In de tweede helft van de vorige eeuw leefde men in Zeeuwsch-Vlaanderen nog afgeschei
den van de rest van het land. Slechts enkelen staken de Schelde over. Ondanks het isolement
van de streek bestond een levendige belangstelling voor alles, wat er in staat en maatschappij
gebeurde. In woord en geschrift lieten velen uit West Zeeuwsch-Vlaanderen zich horen. G.
P. Roos uit Aardenburg redigeerde het Sluisch Weekblad, dat zijn beschouwingen werkelijk
niet uit de grotere bladen overnamde predikant H. Q. Jansen uit St. Anna-ter-Muiden
publiceerde enkele uitstekende werken over de geschiedenis van de kerkhervorming, V or ster
man van Oyen uit Aardenburg schreef verhandelingen over agrarische, historische en politieke
onderwerpen.
Ook Van Dale maakte deel uit van deze kleine, maar actieve intellectuele kring. Hij was
geen figuur, die zich op de voorgrond trachtte te plaatsen de bravour van de nog jonge
Vor sterman, die in het Sluisch Weekblad niet altijd even doordacht schreef, was hem vreemd.
Wat Van Dale publiceerde was doorwrocht.
De grote kennis van zijn geboortestreek heeft hij zich al in zijn jeugd verworven. Zijn
zwak gestel was oorzaak van veel schoolverzuim. Thuis, meestentijds op bed, las hij veel
en luisterde hij naar de verhalen, die zijn vader hem over de oude tijd deed. Uit zijn jeugd
is hem ook de angst bijgebleven voor de pokziekte. Zijn moeder was als jong meisje uit
69