T)e visserij van Breskens ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 3/4 staan om dichter bij huis recreatiegebieden tot ontwikkeling te brengen. Zo is in Axel in betrekkelijk korte tijd om de kreek ten zuiden van de stad een waarde vol ontspanningsgebied ontstaan met bos en een aantrekkelijke zwemgelegenheid. Hulst zoekt zijn mogelijkheden in het nog bosrijke gebied van het Jagertje en Terneuzen heeft plannen aan de oostzijde van de stad langs de Schelde. Maar wat bovenal dankbaar is begroet, is de mogelijkheid, welke in de ingedijkte Braak man is ontstaan. De vele zandplaten, welke nu ingedijkt zijn en die zich wonderwel lenen voor bebossing, de grote kreek met een opper vlakte van rond 200 ha, ideaal als zwemwater en watersportgebied, bieden tesamen een kans tot het stichten van een recreatiegebied, welke men niet ongebruikt voorbij zal laten gaan. Reeds nu ziet men hoe het publiek deze gelegenheid zelf zoekt, zonder dat de land schappelijke aankleding nog veel kan bijdragen tot een aangenaam verblijf. De behoefte aan ontspanningsruimte is zo groot in deze om geving, dat het tot een schone en dankbare taak gerekend moet worden om op een zo kort mogelijke termijn, doch op verantwoorde wijze dit nieuwe recreatiegebied gestalte te geven. De Middenweg, welke een onderdeel vormt van de grote verkeersweg, welke Zeeuwsch- Vlaanderen van west naar oost zal gaan door snijden, voert midden door dit recreatieoord. Er is ruimte voor verzorgingsgebouwen, voor een kampeerterrein; wellicht zullen op be perkte schaal zomerhuisjes toegelaten kunnen worden. Vorenbedoelde perspectiefschets is bedoeld als een speels fantasie-beeld van de „Braak man", zoals dit er uit zal kunnen zien, als de plannen, welke thans worden opgesteld, zullen zijn uitgevoerd. Het is een weldadige gedachte, dat naast de moderne landbouw bedrijven die uit het „niet" van het oude schorrenlandschap zijn ontstaan, ook voor de ontspanning welke de mens in de huidige enerverende maatschappij zo dringend nodig heeft, kan worden gezorgd. ALS wij de balans opmaken van Zeeuwsch- Vlaanderen als recreatiegebied en in ge dachten zien het afwisselende en bijna altijd fraaie landschap, door de oude histo rische stadjes en pittoreske dorpen trekken en de stranden en andere recreatieoorden nog eens de revue laten passeren, dan is het niet gewaagd, te zeggen, dat ook Zeeuwsch-Vlaan- deren zijn sociale en economische taak in de recreatie en het toerisme op waardige wijze zal gaan vervullen. Voor de laatste wereldoorlog bestond de visserij van Breskens hoofdzakelijk van de garnalenvangst. Na de tweede wereldoorlog werden de Urkers geleidelijk van het IJsselmeer verdreven en als compensatie voor het verlies van een deel van hun visgronden steunde de regering de modernisering van de Urkervissersvloot. Voor zien van betere schepen ontdekten de Urkers al spoedig, dat Breskens zeer gunstig ligt ten opzichte van de haringvisgronden voor de Belgische en Franse kust. Het duurde niet lang of Breskens werd voor hen een be langrijk aanvoerstation voor de zogenaamde „ijle haring", welke vanaf november gedurende 4 a 5 maanden ge vangen wordt. Niet zelden nemen 50 of meer schepen vanuit Breskens aan deze visserij deel. Behalve de Urkers zijn er momenteel 35 schepen permanent te Breskens gestationneerd, waarvan een dertig tal de kleine trawlvisserij beoefent. Opbrengst van de visserij te Breskens bron Directie van de Visserijen) 1951: totale vangst 796.313, waarvan 114.678 haring 459.210 kg) 1953: 1.665.359, 1.023.995 6.955.901 kg) 1955: 3.848.827, 2.832.249 (12.000.749 kg) 78

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1956 | | pagina 20