ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 3/4 4. Hulsterambacht en Saaftinge, 1575. Alg. RijksarchiefDen Haag, no. 2985. Wij zijn zo gelukkig op een dergelijke or donnantie van dezelfde datum voor de pol ders Groot- en Klein Merlemont en Speyer, annex de polder van Namen en niet ver van Saaftinge gelegen, te kunnen wijzen. Nage gaan werd hier wie door inundatie van deze polders schade zouden kunnen lijden. Onder de dijkgraven die hiertoe inspectie van de dij ken doen tonden we dezelfde namen als die voor het Quartier van Terneuzen nl. de al meermalen genoemde Blancx en Francois Re- sen, dijkgraaf en rentmeester van het land van Tolen. Van deze inspectie die zich over het gebied van Saaftinge, Beveren en een gedeelte van het Ffulsterambacht uitstrekte en waarbij de middeldijken aan een onderzoek worden onderworpen, is een rapport opgemaakt met een kaart (1575), waarvan de originelen zijn zoekgeraakt, maar die talrijke malen is ge kopieerd en door Gheldolf in 1842 werd uit gegeven. De hierbij gereproduceerde kaart is een copie van de derde hand aanwezig in het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage. Niet temin kan men hierin nog de vaardige hand van de kaartmaker Francois Fïorenbault her kennen (fig. 4). Ook in deze ordonnantie wordt voor de achtergelegen polders een contributierege ling ingesteld naar evenredigheid van het belang dat zij hebben bij een goede ver dediging van de voorliggende polders. Een groot gedeelte van de op de kaart ver melde polders is bij deze regeling betrok ken. Evenzo wordt een algemeen water schapsbestuur ingesteld met een dijkgraaf en vijf gezworenen. De verschillende districten dragen drie personen voor dijkgraaf voor, waaruit de graaf iemand zal benoemen; voor de gezworenen geldt 92

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1956 | | pagina 34