No. 3/4 ZEEUWS TIJDSCHRIFT eenzelfde regeling. Vermelden wij nog dat de polders Namen, Middel, Speelman en Saaftinge gehouden worden hun dijken op dezelfde voet te verhogen, verbreden en versterken als de dijken van Merlemont en Speyer. Het merkwaardige is, dat beide regelingen voor een „ghemeene contributie" van dezelfde datum, die eigenlijk een nieuw begin voor de waterstaatswetgeving inluidden, tegelijk ge doemd waren tot een zeer kort bestaan. Zij werden door de politieke gebeurtenissen ach terhaald. Gebeurtenissen die voor Zeeuwsch- Vlaanderen met veel leed gepaard gingen, in vallen van de geuzen, brandschatting enz., kortom alles wat met oorlog samenging. Eigenlijk betekenden de Unie van Utrecht en ook die van Atrecht voor het waterstaats en waterschapsrecht een stap terug, want de oude rechten en privileges werden hersteld en door deze rechten was juist door de ordon nanties van 1576 een streep gehaald. De gebeurtenissen volgden elkaar snel op: 6 november 1583 werd bij maneschijn Ter- neuzen door de troepen van Hohenlohe bezet. Het was een belangrijk pied a terre op Vlaam se bodem. In juli van het volgend jaar werd daar een aanval van de vijand met succes afgeslagen. Toen de vijand voor Terneuzen geweken was werd besloten in verband met de benarde positie van Gent de dijken bij Buucksgate (halfweg de land dijk Terneuzen- Bouchaute), bij Terneuzen en 't Sas of elders door te steken (instructie 31 juli 1584). Te vens werd macht gegeven ook die dijken door te steken tot gherieve, commoditeyt ende beschermenisse der stadt Antwerpen ende om liggende quartieren" ten einde zoveel mogelijk 5. Het beleg van Hulst in 1596. Het noorden onder. Links onder: polder van Namen en „Saftingen"; in het midden: Campen; rechts boven: Axel. Zeenwsch Genootschaplil, 96. 93

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1956 | | pagina 35