Zeeuws Tijdschrift Zeeuwsch - Vlaa nderen - numm er NUMMER 3\4 6e JAARGANG 1956 HET is uiterst moeilijk over het fenomeen regionalisme nog intelligente opmerkingen te lanceren. Een speciaal nummer als dit komt echter uit het verschijnsel „regionalisme" voort en wij moeten het er dus op wagen. De aardbol, waarop wij allen blij zijn, dit onzalige leven te mogen leven, telt enige honderdduizen den, zo niet meer, regiones oftewel streken. Wie heeft hun bewoners ooit in ernst tegenover derden horen beweren, dat hun streek niet uniek zou zijn. „Hun eigen landje" kan hoogstens een slechte beurt maken als de streekgenoten onder elkaar aan het kritiseren zijn, maar derden moeten er af blijven. Zeeuwsch-Vlaanderen is een uniek land, het heeft een gastvrije sfeer, een eigen gemoedelijke taal, subtiel scherpe landschapsprofielen, overwegend alpine mensentypes en wat dies meer zij. De koffie smaakt er anders, het bier wordt er het liefst uit de fles getapt en de verhouding tussen douane en de eerlijke smokkelaar is er na kantoortijd mild. Stelt u zich Walcheren en zijn bewoners of de Schouwenaars eens in gedachten voor en u beseft, dat Zeeland zelfs op een afstand van enkele kilometers nog niet aan het eeuwfenomeen der nivellering toe is. Het is, alsof u in Frankrijk bent en zich daar aan de keuken tegoed doet: het landschap iets verder heeft zijn heel eigen, andere gerechten. Koningin Juliana heeft bij de herdenking van de Provinciale Wet in 1950 gezegd: „Zo zie ik voor mij elf provinciën, ieder voor zich rijk aan mogelijkheden en verscheiden naar de aard van de inwoners, vormend tezamen het ene Nederland." De geest van haar woorden slaat zeker ook op streken binnen de gewesten, die mede een schakel zijn in de keten individugezinplaatsstreekprovin cieNederlandWest-Europa en de wereld. En dit is dan ons „alibi"' voor een Zeeuwsch-Vlaanderen-nummer, althans naar de vorm. TAE inhoud heeft daarnaast ook recht op een nadere verklaring. In de afstand van d'Ee tot Hontenisse en van de tijd van de Romeinen bij Aardenburg tot de afsluiting der zeegaten ligt de rijke en boei ende stof voor het grijpen. De omvang van ons tijdschrift en onze persoonlijke instelling staan echter geen ency clopedische verhandeling toe. Er moest dus worden gekozen, niet te grillig, maar ook niet te symmetrisch. Hope lijk geeft dit aan dit nummer het cachet ener persoonlijke benadering. Deze benadering is hieronder samen gevat, waarbij echter een andere volgorde is gekozen dan die van de artikelen in dit dubbele nummer van ons tijdschrift. yZEEUWSCH-VLAANDEREN, ruim 800 jaar geleden binnen dijken geschapen heeft een kwart van zijn leven onder water gestaan. Een episode hiervan en de taaie wil om weer droog te worden vindt u in dit nummer: Oost Zeeuwsch-Vlaanderen van de 16e eeuw tot 1648. Een nog sterker stempel ontving dit gebied door zijn excentrische ligging. Honderd jaar geleden kostte het een arbeidersweekloon om van Breskens naar Bergen op Zoom te reizen. Nóg steeds behoort dit land tot de weinige streken, waarbij sprake is van een over kant. De rest van Zeeland krijgt met het Deltaplan zijn doorverbinding, alleen Zeeuwsch-Vlaanderen blijft aan de overkant liggen, tenzij een vaste verbinding het opneemt in een verkeerstroom, die de Randstad Holland vele problemen van de schouders neemt. Het Zeeuwsch-Vlaamse volkslied" ontstaan toen veertig jaar terug even de afscheiding dreigde, heeft op die vaste verbinding al een voorschot bezongen in de passus: „deel van Nederland". Maar hoe de ontwikkeling zich ook zal voltrekken, de samenwerking tussen grensgebie den zal men er als een prettige noodzaak blijven zien. De taalgeleerde Van Dale is één van de vele zonen, die reeds eerder voor een „trait d'union" met Nederland heeft gezorgd. De architectuur vervolgens heeft er een eigen stijl en als men de huidige bouwstijl zou nivelleren zou dit aan andere oorzaken zijn toe te schrijven dan de vaste communicatie, waarop men hoopt. Economisch betekent Zeeuwsch-Vlaanderen, landbouw, industrie en opkomende recreatie. De landbouw heeft er zijn eigen problemen, samenhangend met de enorme mechanisatie en de behoefte aan voortgezette herverka veling. De industrie is er van integraal belang, ook voor ons land. Wij kozen hieruit de vlasindustriedie hier een belangrijke plaats inneemt. De problemen rond de zoetwatervoorziening wijzen in dit verband nog eens op het isolement. De recreatie langs de kust en in de Braakman kan vooral voor België, maar, met een vaste ver binding, ook voor Nederland zeer grote betekenis krijgen. Enkele Vlamingen en Zeeuws-Vlamingen hebben tenslotte het hunne van Zeeuwsch-Vlaanderen en zijn be woners gezegd in interviews. Wij hopen, dat u het althans in zoverre met hen eens is dat „hun landje" boeiend is en prikkelend, zo boeiend en prikkelend als dit Zeeuwsch-Vlaanderen-nummer wellicht ten overvloede aantoont. M. C. V. 61

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1956 | | pagina 3