No. 3/4 ZEEUWS TIJDSCHRIFT getwijfeld uit bedachtzame lieden, want na veel overwegingen is het besluit in 1909 in getrokken; voor een stoomtram viel méér te zeggen. Die is er dan ook gekomen. in 1913. In 1910 kwam ook de veerdienst op de Oosterschelde in handen van de provincie. DE 20ste eeuw.is de eeuw van de verveel voudiging. Verveelvoudiging van be volking, van kennis, van goederen- produktie en vernietigingsmogelijkheden, van lonen en prijzen, van transportsnelheid. De godin Multiplicatio nu stelde na de eerste wereldoorlog totaal nieuwe, veel hogere eisen aan de capaciteiten van de provinciale Zeeuw se transportvloot. Vervoerde de Breskense Sindsdien zijn nog geen drie decennia ver streken. Multiplicatio heeft reeds lang nieuwe eisen gesteld, waaraan voldaan is en nogmaals nieuwe, waaraan voldaan zal worden. In 1955 zijn tussen Breskens en Vlissingen, tussen Perkpolder en Kruiningen, Terneuzen en Hoedekenskerke meer dan vier millioen mensen vervoerd. Het zou heel de stad Parijs kunnen zijn. Het aantal auto's dat over de Westerschelde gevaren werd, bedroeg vorig jaar 692.275. Kunt u zich van die hoeveel heid een voorstelling vormen? Neem aan, het waren allemaal bescheiden personenwagentjes van vier meter lengte; gesteld verder: ze stonden bumper aan bumper op een weg. De kop van de stoet zou zich dan voor het Paleis op de Dam kunnen bevinden, de laatste wagen 200 km ten oosten van Moskou. boot in 1911 nog geen honderdduizend mensen, in 1926 waren het er bijna twee honderdduizend. In die dagen werd een schip gebouwd, dat 2500 reizigers en 30 auto's tegelijk over de Schelde kon dragen: de Koningin Wilhelmina, het trotse vlaggeschip, dat in 1928 in dienst werd gesteld. HET was op een donderdag in de regen achtige zomer van 1956. De veerdienst Breskens-Vlissingen was overbelast. Iedere Zeeuw kent dat: in de ochtenduren een stoet van auto's aan de Breskense kant, zich slingerend om de vissershaven tot in het hart van het dorp; 's namiddags aan de Vlissingse kant een dergelijke aanblik tussen de ponton en de Keersluis. Een toerist, blijkbaar bekend met de ver keer sontwikkeling in Zeeland, beleerde zijn zoontje over de nieuwe haven, die er in Bres kens komen zal, over de grotere boot en de kortere vaarroute. De jongen dacht diep na en zei toen respect klonk uit zijn woorden: „Wat zullen er dan veel auto's op de boot moeten wachten" L.W. DE BREE. 107

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1956 | | pagina 49