Zeeuwsch- Vlaanderen en de decentralisatiepolitiek
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 3/4
Een vaste oeververbinding noodzakelijk
Dts. M. C. Verburg
VAN twee gezichts
punten uit bestaat
er voor Zeeuwsch-
Vlaanderen momenteel grote
belangstelling. Zij hecht zich
aan de eindpuntenvan
haar geschiedenisnl. aan de
oorsprong van de bewoning
en aan de toekomst en heeft
respectievelijk betrekking op
de recente opgravingen en de
afsluiting der zeegaten.
De afsluiting der zeegaten
houdt halt aan de Wester-
schelde en aan de Rotterdam
se Waterweg, omdat de grote
scheepvaart de eis zou stellen
van een vrije toegangsweg
naar Antwerpen en Rotter
dam. De Maasstad is bereid
gebleken een onderzoek te
doen instellen naar het reali
teitsgehalte van deze gevoels
overweging; een stormstuw,
wellicht zelfs schutsluizen
zouden weieens voordeliger
kunnen zijn dan een door
alles heen snijdende dijkver
hoging. Overigens is het be
lang hiervan voor Zeeland
niet zo groot, daar de noord
zuid lopende verkeersverbin
dingen toch niet door de Wa
terweg zullen worden onder
broken. Rotterdam heeft im
mers nu reeds een drietal
nieuwe tunnels in het achter
hoofd zitten en wij weten
maar al te goed hoe snel het
Maasstedelijke zenuwstelsel
kortsluiting weet te volbren
gen tussen de hersenkwabben
en de hand die moet uitvoe
ren.
Wanneer wij het over de
Westerschelde hebben komt
het Antwerpse zenuwstelsel
in gang, maar zijn oriënte
ring is veeleer op de heupen.
Over afsluiting van deze ri
viermond praten we dan ook
maar niet meer, maar wel
willen de Zeeuwen er graag
onder door of overheen. Zij
beseffen dat pas op deze wij
ze hun archipel economisch
in het West-Europese geheel
kan worden geïntegreerd.
Het Zeeuwsch-Vlaamse pro
bleem is op dit punt een
Zeeuws probleem, wat helaas
niet altijd het geval is.
DE economische integratie is er voor Zee
land al eens eerder geweest. Met de
nodige varianten voor de diverse eilan
den vormde Zeeland van de 11e tot de 17e
eeuw een wezenlijke schakel in de toenmalige
keten der internationale handel. De ligging van
dit gewest op een kruispunt van wegen van
vaar wegen wel te verstaan in allerlei rich
tingen lag hieraan ten grondslag. Toen de
vaarwegen werden verlegd en meer nog, toen
nog niet zo lang geleden het landverkeer aan
betekenis ging winnen, kwam hieraan een eind
en werden de verbindingskanalen even zo vele
barrières.
Een korte schets van de grote op- en neer
gang, waarop hierboven is geduid, dient zijn
uitgangspunt te nemen in de bovenvermelde
recente Romeinse opgravingen. Vóór de komst
der Romeinen ongeveer 57 v. Chr. was
het deltagebied onherbergzaam en zeer dun
bevolkt. Alleen van het oosten en zuiden uit
drongen de naburige Kelto-Germaanse stam
men er wel door, vooral in tijden van oorlog
als zij een toevlucht zochten in de moerassen.
De Romeinen echter die een net van strate
gische punten opbouwden vestigden enige
stations in het deltagebied, met name waar
omstreeks dezelfde tijd de zee zich een weg
62